Voordat u controle kunt implementeren, moet u eerst een controlebeleid instellen. Een controlebeleid bevat de categorieën van beveiligingsgebeurtenissen die u wilt controleren. Als deze versie van Windows voor het eerst wordt geïnstalleerd, zijn alle controlecategorieën uitgeschakeld. Door diverse controlecategorieën in te schakelen kunt u een controlebeleid implementeren dat aansluit bij de beveiligingsbehoeften van uw organisatie.

U kunt de volgende gebeurteniscategorieën selecteren voor controle:

  • Accountaanmeldingsgebeurtenissen controleren

  • Accountbeheer controleren

  • Active Directory-toegang controleren

  • Aanmeldingsgebeurtenissen controleren

  • Objecttoegang controleren

  • Controlebeleid wijzigen

  • Gebruik van bevoegdheden controleren

  • Procesopsporing controleren

  • Systeemgebeurtenissen controleren

Als u de toegang tot objecten wilt controleren, schakelt u de categorie Active Directory-toegang controleren in (controle van objecten op een domeincontroller) of de categorie Objecttoegang controleren (controle van objecten op een lidserver of werkstation). Wanneer Objecttoegang controleren is ingeschakeld, kunt u voor elke groep of gebruiker aangeven welke vormen van toegang u wilt controleren.

Voor het inschakelen van controle op lokale objecten moet u zijn aangemeld als lid van de ingebouwde groep Administrators.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave