Als u DNS (Domain Name System) op een domeincontroller installeert en u annuleert de wizard Active Directory Domain Services installeren voordat de installatie van de DNS-server is voltooid, is de DNS-serverrol mogelijk wel geïnstalleerd maar niet geconfigureerd om AD DS te ondersteunen. Het wordt aanbevolen de wizard de installatie en configuratie van DNS te laten voltooien. Als u de wizard wel annuleert, voert u zo nodig de volgende stappen uit om ervoor te zorgen dat de DNS-server correct is geconfigureerd voor AD DS-integratie:
-
Configureer de DNS-clientinstellingen. Zie TCP/IP- en DNS-clientinstellingen configureren voor meer informatie.
-
Maak alle benodigde records voor de DNS-delegering. Zie Een DNS-delegering maken of bijwerken voor meer informatie.
-
Configureer de doorstuurservers. Zie Doorstuurservers, Doorstuurservers gebruiken en Een DNS-server configureren voor het gebruik van doorstuurservers voor meer informatie.
-
Configureer zo nodig aanbevolen basisservers. Zie De aanbevolen basisservers bijwerken en De aanbevolen basisservers op de DNS-server bijwerken voor meer informatie.
-
Converteer de benodigde door bestanden ondersteunde zones naar met Active Directory geïntegreerde zones. Zie Het zonetype wijzigen voor meer informatie.