Mogelijk wilt u andere mensen toestemming geven om een autorisatiearchief te beheren zonder hun aanvullende rechten op het besturingssysteem te geven. Gebruik hiervoor de volgende procedure.

U moet zijn toegewezen aan de gebruikersfunctie Administrator van Autorisatiebeheer als u deze procedure wilt uitvoeren. Standaard is minimaal het Windows-groepslidmaatschap Administrators toegewezen aan deze functie. Bekijk de details onder 'Aanvullende overwegingen' in dit onderwerp.

Andere gebruikers toestaan om een autorisatiearchief te beheren
  1. Open indien nodig Autorisatiebeheer.

  2. Maak of open indien nodig een autorisatiearchief.

  3. Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op het autorisatiearchief en klik vervolgens op Eigenschappen.

  4. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op het tabblad Beveiliging.

  5. Klik onder Gebruikersfunctie voor Autorisatiebeheer op Administrator.

  6. Klik onder Gebruikers en groepen die aan deze functie zijn toegewezen op Toevoegen of Verwijderen om gebruikers en groepen waaraan u de functie van Administrator wilt toewijzen, toe te voegen of te verwijderen.

Aanvullende overwegingen

  • U hebt toegang tot een autorisatiearchief nodig om deze procedure te kunnen uitvoeren. Leden van de groep Administrators hebben standaard de vereiste toegang, maar in Autorisatiebeheer kunt u verantwoordelijkheden delegeren. Zie 'Aanvullende naslaginformatie' in dit onderwerp voor meer informatie.

  • Een gebruiker of groep die is toegewezen aan de functie Policy Administrator, Policy Reader of Policy Delegated User op enig niveau (archief, toepassing of bereik) voor een Autorisatiebeheer-archief dat is opgeslagen in een AD LDS-partitie (Active Directory Lightweight Directory Services), moet ook worden toegevoegd aan de AD LDS-functie Reader van deze AD LDS-partitie. AD LDS was vroeger bekend als ADAM (Active Directory/Application Mode).

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave