Een bewerking is een specifieke actie of toegang die moet worden beheerd of beperkt door Autorisatiebeheer. Bewerkingen worden gedefinieerd op toepassingsniveau. Bewerkingen worden gecombineerd tot taken op toepassings- of bereikniveau.

U moet zijn toegewezen aan de gebruikersfunctie Administrator van Autorisatiebeheer als u deze procedure wilt uitvoeren. Standaard is minimaal het Windows-groepslidmaatschap Administrators toegewezen aan deze functie. Bekijk de details onder 'Aanvullende overwegingen' in dit onderwerp.

Een bewerking definiëren in Autorisatiebeheer
  1. Open indien nodig Autorisatiebeheer.

  2. Open of maak indien nodig een autorisatiearchief dat een toepassing bevat.

  3. Vouw in de consolestructuur de toepassing uit en vouw vervolgens Definities uit.

  4. Klik met de rechtermuisknop op Definitie van bewerkingen en klik op Nieuwe definitie van bewerking.

  5. Definieer de bewerking door een naam, een beschrijving en een bewerkingsnummer op te geven. De naam en beschrijving zijn voor uw eigen gebruiksgemak. Het bewerkingsnummer moet worden gebruikt door het aanroepende programma. Het bewerkingsnummer wordt in de API (Application Programming Interface) een Id van bewerking genoemd. Het getal moet een positief geheel getal zijn, dus groter dan nul (0). Zie 'Aanvullende naslaginformatie' in dit onderwerp voor meer informatie.

  6. Klik op OK.

Aanvullende overwegingen

  • U hebt toegang tot een autorisatiearchief nodig om deze procedure te kunnen uitvoeren. Leden van de groep Administrators hebben standaard de vereiste toegang, maar in Autorisatiebeheer kunt u verantwoordelijkheden delegeren. Zie Andere gebruikers toestaan om een autorisatiearchief te beheren voor meer informatie.

  • Als u een bewerking wilt definiëren met de Autorisatiebeheer-console, moet u werken in de ontwikkelaarsmodus.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave