Met de BITS-uploadpagina kunt u instellingen van de BITS-serveruitbreiding aanpassen voor een specifieke virtuele map. U kunt bestandsgroottebeperkingen, meldingen, de opschoonfrequentie en serverfarmondersteuning configureren.

Taakinstellingen uploaden

Met de instellingen in deze sectie kunt u de maximumgrootte van geüploade bestanden configureren en bepalen wanneer onvoltooide taken worden verwijderd en of bestaande bestanden bij het uploaden mogen worden overschreven.

Naam in gebruikersinterface Beschrijving

Maximale bestandsgrootte

Hiermee bepaalt u de maximumgrootte van een bestand dat in één BITS-servertaak mag worden geüpload. Standaard is er geen maximale bestandsgrootte gedefinieerd.

Onvoltooide taken verwijderen na

Hiermee bepaalt u hoe lang BITS-server wacht met het verwijderen van onvoltooide uploadbestanden. Elke keer dat het opruimingsproces is gepland, wordt de time-out gecontroleerd. Gebruik de opties uit de sectie Opruiming om de frequentie te configureren waarmee het opruimingsproces voor deze virtuele map moet worden uitgevoerd.

Overschrijven van bestanden toestaan

Met deze instelling kunt u aangeven of de BITS-uploadserver het overschrijven van bestaande bestanden in de virtuele map toestaat. Deze instelling is standaard uitgeschakeld om te voorkomen dat niet-gemachtigde gebruikers rechtmatig geüploade bestanden overschrijven door bestanden met dezelfde naam te uploaden. Bij pogingen een bestand te overschrijven mislukt de tweede uploadtaak. Wanneer de naam van het doelbestand in twee uploadtaken identiek is, mislukt de tweede uploadtaak, ook als niet doelbewust wordt geprobeerd bestanden te overschrijven. Als u deze instelling inschakelt, staat u toe dat bestanden worden overschreven.

Wanneer u deze instelling inschakelt, mogen bestanden via de BITS-uploadserver nog steeds niet worden weggeschreven buiten de virtuele map en kunnen niet-gemachtigde gebruikers de bestanden van het systeem niet met de BITS-uploadserver overschrijven.

Meldingen

Door meldingen in te schakelen kunt u de BITS-server configureren om een melding te verzenden via een HTTP POST naar een URL die u opgeeft wanneer een bestand wordt geüpload naar de virtuele map.

Naam in gebruikersinterface Omschrijving

Meldingen inschakelen

Hiermee schakelt u meldingen in voor deze virtuele map. Wanneer deze instelling is ingeschakeld moet u ook het Meldingstype en de Meldings-URL instellen.

Meldingstype

Hiermee configureert u het meldingstype dat moet worden uitgevoerd wanneer de taak is voltooid.

  • Bestandsnaam verzenden: de server verstuurt het pad van het voltooide uploadbestand naar de URL die u hebt opgegeven met de instelling Meldings-URL. De server kan als antwoord een bestand naar de client retourneren.

  • Bestandsinhoud verzenden: de server verstuurt het voltooide uploadbestand als entiteitstekst van de HTTP POST naar de URL die u in de instelling Meldings-URL hebt opgegeven. De antwoordentiteit wordt naar de client verzonden.

Meldings-URL

Hiermee geeft u de URL op waar het voltooide uploadbestand naartoe moet worden verstuurd via een HTTP POST-aanvraag als het meldingstype Bestandinhoud verzenden of Bestandsnaam verzenden is. De URL mag zowel absoluut als relatief zijn. Als de URL relatief is, wordt de URL van de oorspronkelijke aanvraag als basis gebruikt.

Opruiming

Onvolledige uploadtaken die zijn verstreken, worden gecontroleerd en verwijderd. Als een upload langer duurt dan twaalf uur of langer dan de tijdsduur die u in de instelling Niet-voltooide taken opsporen elke hebt opgegeven, wordt het uploaden automatisch door BITS-server geannuleerd en wordt onvolledige bestandsinhoud verwijderd. Deze instelling wordt niet beïnvloed door overgenomen ISS-eigenschappen en is alleen van toepassing op de virtuele map.

Naam in gebruikersinterface Omschrijving

Standaardopruimschema gebruiken

Hiermee stelt u BITS-server zo in dat er ook wordt gecontroleerd of er onvolledige scans van ouder dan twaalf uur zijn. Als er een onvolledige scan is die ouder is dan de ingestelde tijdsduur, wordt het uploaden automatisch geannuleerd en wordt elke onvolledige bestandsinhoud verwijderd op het tijdstip dat u in de instelling Onvoltooide taken verwijderen na hebt opgegeven.

Aangepast opruimschema gebruiken

Hiermee stelt u BITS-server zo in dat er wordt gecontroleerd en verwijderd volgens het interval dat u hebt opgegeven.

Niet-voltooide taken opsporen elke:

Hiermee stelt u BITS-server zo in dat er wordt gecontroleerd of er onvolledige scans zijn die ouder zijn dan het interval dat u hebt opgegeven. Als er een onvolledige scan is die ouder is dan de ingestelde tijdsduur, wordt het uploaden automatisch geannuleerd en wordt elke onvolledige bestandsinhoud verwijderd op het tijdstip dat u in de instelling Onvoltooide taken verwijderen na hebt opgegeven.

Opruiming toestaan om het aantal sessies per gebruiker te beperken

Hiermee configureert u BITS-server om taken te verwijderen die door een gebruiker zijn geüpload en die het aantal sessies overschrijden dat is opgegeven in Beperking op aantal sessies per gebruiker.

Het aantal uploadsessies per gebruiker beperken

Hiermee bepaalt u hoeveel actieve uploadtaken een gebruiker naar BITS-server mag sturen.

Opmerking

U kunt een opschoontaak handmatig uitvoeren door te klikken op Nu opruimen vanuit het venster IIS Manager-acties. Er wordt nu onmiddellijk een controle gestart op bestanden waarvan het downloaden na de time-outperiode niet meer is hervat. Als u alle onvoltooide bestanden uit deze virtuele map wilt verwijderen, zet u de instelling Onvoltooide taken verwijderen na op 0 voordat u de opruimtaak uitvoert.

Ondersteuning voor serverfarm

Wanneer u deze instelling inschakelt, ontvangt de client de instructie om opnieuw verbinding te maken met dezelfde server in plaats van met de oorspronkelijke upload-URL die door de client werd gebruikt. Zo kunnen clients die naar serverfarms uploaden, blijven uploaden naar dezelfde server als die waarop de upload is gestart.

Serverfarms kunnen op twee manieren worden geconfigureerd:

  1. Door een gedeeld volume te gebruiken voor de virtuele uploadmap

  2. Door lokale serveropslagruimte te gebruiken voor de geüploade bestanden

Als u van lokale opslagruimte gebruik wilt maken, stelt deze optie de client in staat om opnieuw verbinding te maken met dezelfde servercomputer in de serverfarm. U kunt deze functie het beste eerst inschakelen en vervolgens configureren voordat u gaat uploaden naar serverfarms en lokale opslagruimte gaat gebruiken.

Naam in gebruikersinterface Omschrijving

Ondersteuning voor serverfarm inschakelen

Schakelt ondersteuning in voor BITS-serveruploads naar serverfarms.

Opnieuw verbinding maken met server

Hier geeft u het openbare IP-adres op dat moet worden gebruikt om opnieuw verbinding te maken met deze server. De gebruikelijke serverconfiguratie heeft twee IP-adressen: één die extern is gericht en kan worden bereikt door clientsystemen, en één die onderdeel is van het interne (beschermde) netwerk. Geef hier het extern gerichte IP-adres op.

Opmerking

U kunt hier alleen een DNS-naam opgeven als elke computer in uw webfarm een onafhankelijke DNS-naam heeft die door de clientcomputers kan worden omgezet.

Oorspronkelijke server gebruiken na

Als een client gedurende de opgegeven tijd geen verbinding kan maken met de server via het adres dat is opgegeven in Opnieuw verbinding maken met server, schakelt de client terug naar de oorspronkelijke DNS-naam die in de upload-URL is opgegeven.

Zie ook