Er wordt een aantal vooraf geconfigureerde certificaatsjablonen bij de Windows Server 2008-CA's (certificeringsinstanties) voor ondernemingen geleverd, die zijn ontworpen om aan de vereisten van de meeste organisaties te voldoen. Deze sjablonen worden in de volgende tabel beschreven.

Naam Beschrijving Sleutelgebruik Onderwerptype Gepubliceerd naar AD DS (Active Directory Domain Services)? Sjabloonversie

Administrator

Staat vertrouwenslijsthandtekening en gebruikersverificatie toe.

Handtekening en versleuteling

Gebruiker

Ja

1

Geverifieerde sessie

Hiermee kan de certificaathouder zich bij een webserver verifiëren.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Standaard-EFS

Wordt gebruikt door EFS (Encrypting File System) om gegevens te versleutelen.

Versleuteling

Gebruiker

Ja

1

CA: uitwisselen

Wordt gebruikt om sleutels op te slaan die zijn geconfigureerd voor archivering van persoonlijke sleutels.

Versleuteling

Computer

Nee

2

CEP-versleuteling

Hiermee kan de certificaathouder als registratieautoriteit fungeren voor SCEP-aanvragen (Simple Certificate Enrollment Protocol).

Versleuteling

Computer

Nee

1

Handtekening bij programmacode

Wordt gebruikt om software digitaal te ondertekenen.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Computer

Hiermee kan een computer zichzelf bij het netwerk verifiëren.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

1

Kruiscertificeringsinstantie

Wordt gebruikt voor kruiscertificering en gekwalificeerde ondergeschiktheid.

Handtekening

Kruiscertificeringsinstantie

Ja

2

Replicatie van map-e-mail

Wordt gebruikt om e-mail binnen AD DS te repliceren.

Handtekening en versleuteling

Computer

Ja

2

Domeincontroller

Wordt door domeincontrollers gebruikt als universeel certificaat.

Handtekening en versleuteling

Computer

Ja

1

Domeincontrollerverificatie

Wordt gebruikt om Active Directory-computers en -gebruikers te verifiëren.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

2

EFS-herstelagent

Hiermee kan de certificaathouder bestanden ontsleutelen die met EFS zijn versleuteld.

Versleuteling

Gebruiker

Nee

1

Inschrijvingsagent

Wordt gebruikt om certificaten uit naam van een andere certificaathouder aan te vragen.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Inschrijvingsagent (computer)

Wordt gebruikt om certificaten uit naam van een andere computercertificaathouder aan te vragen.

Handtekening

Computer

Nee

1

Exchange-inschrijvingsagent (offlineaanvraag)

Wordt gebruikt om certificaten uit naam van een andere certificaathouder aan te vragen en de naam van de certificaathouder in de aanvraag op te nemen.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Alleen de Exchange-handtekening

Wordt gebruikt door de Microsoft Exchange Key Management Service om certificaten aan Exchange-gebruikers te verlenen voor het digitaal ondertekenen van e-mail.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Exchange-gebruiker

Wordt gebruikt door de Microsoft Exchange Key Management Service om certificaten aan Exchange-gebruikers te verlenen voor het versleutelen van e-mail.

Versleuteling

Gebruiker

Ja

1

IPSEC

Wordt gebruikt door IPsec (Internet Protocol security) om netwerkcommunicatie digitaal te ondertekenen, te versleutelen en ontsleutelen.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

1

IPSEC (offlineaanvraag)

Wordt gebruikt door IPsec om netwerkcommunicatie digitaal te ondertekenen, te versleutelen en ontsleutelen wanneer de naam van de certificaathouder in de aanvraag is opgenomen.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

1

Kerberos-verificatie

Wordt gebruikt om Active Directory-computers en -gebruikers te verifiëren.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

2

Sleutelherstelagent

Hiermee worden persoonlijke sleutels teruggezet die op de CA zijn gearchiveerd.

Versleuteling

Sleutelherstelagent

Nee

2

OCSP-antwoord ondertekenen

Wordt gebruikt door de Onlineresponder om antwoorden op aanvragen voor de certificaatstatus te ondertekenen.

Handtekening

Computer

Nee

3

RAS- en IAS-server

Hiermee kunnen RAS- (Remote Access Client) en IAS-servers (Internet Authentication Service) hun identiteit bij andere computers verifiëren.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

2

Basiscertificeringsinstantie

Wordt gebruikt om de identiteit van de basiscertificeringsinstantie te bewijzen.

Handtekening

CA

Nee

1

Router (offlineaanvraag)

Wordt gebruikt door een router bij een aanvraag via een SCEP-aanvraag door een CA die een CEP-versleutelingscertificaat in bezit heeft.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

1

Smartcardaanmelding

Hiermee kan de certificaathouder zich verifiëren door middel van een smartcard.

Handtekening en versleuteling

Gebruiker

Nee

1

Smartcardgebruiker

Hiermee kan de certificaathouder e-mail verifiëren en beveiligen door middel van een smartcard.

Handtekening en versleuteling

Gebruiker

Ja

1

Onderliggende certificeringsinstantie

Wordt gebruikt om de identiteit van de basiscertificeringsinstantie te bewijzen. Het wordt verleend door de bovenliggende of basis-CA.

Handtekening

CA

Nee

1

Vertrouwenslijsthandtekening

Hiermee kan de certificaathouder een vertrouwenslijst digitaal ondertekenen.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Gebruiker

Wordt gebruikt voor e-mail, EFS en clientverificatie.

Handtekening en versleuteling

Gebruiker

Ja

1

Alleen de gebruikershandtekening

Hiermee kunnen gebruikers gegevens digitaal ondertekenen.

Handtekening

Gebruiker

Nee

1

Webserver

Hiermee wordt de identiteit van een webserver bewezen.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

1

Verificatie van werkstation

Hiermee kunnen clientcomputers hun identiteit bij servers verifiëren.

Handtekening en versleuteling

Computer

Nee

2

Wanneer u certificaatsjabloonversie 1 of 2 dupliceert, kunt u een sjabloon van versie 2 of versie 3 van de kopie maken, zodat u de beschikbare geavanceerde opties met de latere versies kunt configureren. Certificaatsjabloonversie 3 kan echter alleen worden verleend door Windows Server 2008-CA's voor ondernemingen en worden gebruikt door clients op computers die Windows Server 2008 of Windows Vista uitvoeren. Zie Versies van certificaatsjablonen voor meer informatie.

Zie Certificaatsjablonen configureren voor meer informatie over configuratieopties voor certificaatsjablonen.

Aanvullende naslaginformatie