Een client configureren voor TCP/IP:

  1. Klik op het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Toevoegen.
  2. Klik in het dialoogvenster Netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen op TCP/IP.
  3. Voer in het veld Server-alias de alias in van de Microsoft SQL Server-instance die op clients controleert via de netwerkbibliotheek Windows Sockets.
  4. Met TCP/IP kunt u de server ook opgeven door middel van het IP-adres in plaats van de naam.
  5. Voer een van de onderstaande stappen uit:
    • Schakel het selectievakje Poort dynamisch bepalen in om de poort automatisch te bepalen.
    • Schakel het selectievakje Poort dynamisch bepalen uit om de poort handmatig in te stellen en vul vervolgens het veld Poortnummer in.

Raadpleeg de TCP/IP-documentatie voor meer informatie over andere TCP/IP-protocollen die Windows Sockets ondersteunen.

Inhoudsopgave