Een client configureren voor TCP/IP:
-
Klik op het tabblad Algemeen en klik vervolgens op Toevoegen.
-
Klik in het dialoogvenster Netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen op TCP/IP.
-
Voer in het veld Server-alias de alias in van de Microsoft SQL Server-instance die op clients controleert via de netwerkbibliotheek Windows Sockets.
-
Met TCP/IP kunt u de server ook opgeven door middel van het IP-adres in plaats van de naam.
-
Voer een van de onderstaande stappen uit:
-
Schakel het selectievakje Poort dynamisch bepalen in om de poort automatisch te bepalen.
-
Schakel het selectievakje Poort dynamisch bepalen uit om de poort handmatig in te stellen en vul vervolgens het veld Poortnummer in.
-
Schakel het selectievakje Poort dynamisch bepalen in om de poort automatisch te bepalen.
Raadpleeg de TCP/IP-documentatie voor meer informatie over andere TCP/IP-protocollen die Windows Sockets ondersteunen.