U kunt gedeelde clustervolumes in een failover-cluster inschakelen met de module Failover Cluster Management. Door gedeelde clustervolumes in een failover-cluster in te schakelen, worden alle knooppunten in staat gesteld gedeelde volumes te gebruiken.

Belangrijk

Het onderdeel Gedeelde clustervolumes kent specifieke restricties waar de hand aan moet worden gehouden. Zie Gedeelde clustervolumes in een failovercluster voor een lijst van zowel voordelen als restricties.

Lidmaatschap van de lokale groep Administrators op elke clusterserver, of daaraan gelijk, is minimaal vereist om deze procedure te voltooien. De account die u gebruikt, dient tevens een domeinaccount te zijn. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Gedeelde clustervolumes inschakelen in een failover-cluster
  1. Als het cluster dat u wilt configureren niet in de module Failoverclusterbeheer wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop op Failoverclusterbeheer, klikt u op Een cluster beheren en selecteert u het gewenste cluster of geeft u het gewenste cluster op.

  2. Klik onder Configureren (middenvenster) op Gedeelde clustervolumes inschakelen.

  3. Schakel in het dialoogvenster het selectievakje in.

Verdere overwegingen

  • U opent de failoverclustermodule als volgt: klik op Start, klik op Systeembeheer en klik vervolgens op Failoverclusterbeheer. Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, controleert u of de gewenste actie wordt weergegeven en klikt vervolgens u op Ja.

  • Gedeelde clustervolumes kunnen slechts eenmaal per cluster worden ingeschakeld.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave