Een VPN (virtueel particulier netwerk) is een versleutelde sessie tussen de client en de externe server waarmee deze client verbinding heeft. De externe server kan als router fungeren, in welk geval de pakketten die op de openbare netwerkadapter zijn ontvangen van de client, worden verzonden naar een afzonderlijk, beveiligd netwerk dat op een tweede, particuliere netwerkadapter is aangesloten. Als u wilt opgeven dat de verbinding een VPN-verbinding met een externe server moet zijn, schakelt u het betreffende selectievakje boven aan het dialoogvenster in. Vervolgens typt u de naam of het IP-adres van de VPN-server of geeft u een tekstbestand met namen of adressen van VPN-servers op waaruit de gebruiker een keuze kan maken.

InstellingBeschrijving

Telefoonlijst van dit serviceprofiel

Hiermee geeft u op dat de VPN-verbinding tot stand kan worden gebracht door middel van instellingen in de telefoonlijst die aan dit verbindingsprofiel is gekoppeld.

Telefoonlijsten van de samengevoegde serviceprofielen

Hiermee geeft u op dat de VPN-verbinding tot stand kan worden gebracht door middel van instellingen in de telefoonlijsten die aan de samengevoegde verbindingsprofielen zijn gekoppeld.

Altijd dezelfde VPN-server gebruiken

Wanneer u deze optie selecteert, zorgt u dat de DNS-naam of het IP-adres van het VPN waarmee de client verbinding moet maken, wordt opgegeven.

Gebruiker een VPN-server laten kiezen voordat verbinding wordt gemaakt

Wanneer u deze optie selecteert, wordt een tekstbestand opgegeven met een lijst van de VPN-servers waaruit de gebruikers kunnen kiezen. Zie de sectie Gebruikerskeuze van VPN-server inschakelen in VPN-ondersteuning inschakelen (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=80962) op de Microsoft-website voor meer informatie over het opmaken van het tekstbestand (pagina is mogelijk Engelstalig).

Zelfde gebruikersnaam en wachtwoord voor VPN- en inbelverbindingen gebruiken

Hiermee geeft u het volgende op: als de gebruiker deze VPN-verbinding via het inbelnetwerk tot stand brengt, verschaffen de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het inbelnetwerk ook toegang tot de VPN-server.

Als u het selectievakje Telefoonlijst van dit serviceprofiel of Telefoonlijsten van de samengevoegde serviceprofielen inschakelt om aan te geven dat u VPN-ondersteuning in dit verbindingsprofiel wilt, wordt deze pagina in de CMAK-wizard gevolgd door de pagina Een VPN-vermelding maken of wijzigen. Als u de bovenste twee selectievakjes uitgeschakeld laat, worden de wizardpagina's voor het configureren van VPN-vermeldingen niet weergegeven.

Zie VPN-ondersteuning implementeren (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=80962) op de Microsoft-website voor meer informatie over het configureren van een profiel voor VPN-ondersteuning (pagina is mogelijk Engelstalig).

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave