Gebruikers kunnen een verbindingsprofiel dat met Verbindingsbeheer 1.4 is gemaakt, alleen uitvoeren als Verbindingsbeheer 1.4 op hun computer is geïnstalleerd. Als de gebruikers niet over deze versie van Verbindingsbeheer beschikken, moet u de software in uw serviceprofiel opnemen. Op deze pagina kunt u opgeven dat deze software moet worden opgenomen in het serviceprofiel dat wordt gemaakt, zodat de software wordt geïnstalleerd wanneer de gebruiker het serviceprofiel installeert.

Opmerking

Deze pagina wordt alleen weergegeven wanneer u CMAK in een 32-bits versie van Windows uitvoert en de optie Windows XP, Windows Server 2003 en Windows 2000 op de wizardpagina Doelbesturingssysteem selecteren selecteert. Alle latere versies van Windows en alle ondersteunde 64-bits versies Windows worden al geleverd met Verbindingsbeheer 1.4.

InstellingBeschrijving

Verbindingsbeheer 1.4 met dit serviceprofiel installeren

Wanneer u deze optie selecteert, wordt versie 1.4 van de Verbindingsbeheer-software in het profiel opgenomen en op de clientcomputer geïnstalleerd als de Verbindingsbeheer-software hierop ontbreekt of minder recent is.

Als u Verbindingsbeheer 1.4 in het serviceprofiel opneemt en een gebruiker heeft een eerdere versie van Verbindingsbeheer op de computer staan, wordt tijdens het installatieproces automatisch een upgrade van de software uitgevoerd. Als Verbindingsbeheer 1.4 of hoger reeds op de computer van de gebruiker staat, wordt de software niet geïnstalleerd. Verbindingsbeheer 1.4 is een onderdeel van het besturingssysteem Windows Vista, dus het wordt niet vanuit dit profiel geïnstalleerd op computers met Windows Vista. Het verbindingsprofiel wordt echter in elk geval geïnstalleerd, zelfs als de Verbindingsbeheer-software in het profiel niet nodig is.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave