DTC (Distributed Transaction Coordinator) is volledig compatibel met de Windows-functie Back-up en terugzetten.

De functie Back-up en terugzetten is echter alleen van toepassing op de bronnen van de lokale computer. Als er actieve transacties zijn die zijn verspreid over verschillende computers, kan er daarom geen transactionele consistentie worden gegarandeerd.

Om problemen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er zich geen onvolledige transacties voordoen tijdens back-up- of terugzetbewerkingen onder de volgende omstandigheden:

  • Een computer is actief als externe DTC-coördinator

    Gebruik de volgende procedure 'Bepalen of een computer een externe coördinator gebruikt' om te bepalen of de computer een externe coördinator gebruikt. Gebruik de volgende procedure 'Bestaande transacties weergeven en oplossen' om onvolledige transacties op te lossen.

  • Een computer bevat een toepassing die deelneemt aan transacties die zijn verspreid over meerdere computers

    Gebruik de volgende procedure 'Bepalen of een computer een externe coördinator gebruikt' op de computer waarop de toepassing wordt uitgevoerd om de transactiecoördinator voor die computer te bepalen. Gebruik de volgende procedure 'Bestaande transacties weergeven en oplossen' op de computer waarop de coördinator wordt uitgevoerd om eventuele onvolledige transacties op te lossen.

Bepalen of een computer een externe coördinator gebruikt
  1. Open de module Component Services.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de computer waarvan u de transactiecoördinatorinstellingen wilt wijzigen (bijvoorbeeld Mijn computer) en klik vervolgens op Eigenschappen.

  3. Klik in het dialoogvenster met eigenschappen voor de computer op het tabblad MSDTC.

  4. Als het selectievakje Lokale coördinator gebruiken is uitgeschakeld, geeft de computernaam die onder Hostnaam van externe coördinator staat vermeld, de externe coördinator aan die door de computer wordt gebruikt.

  5. Klik op OK.

Bestaande transacties weergeven en oplossen
  1. Open de module Component Services op de computer die fungeert als de coördinator voor transacties.

  2. Dubbelklik op Computers, Mijn computer, Distributed Transaction Coordinator en Lokale DTC, en klik vervolgens op Transactielijst.

    In de lijstweergave worden alle onvolledige transacties weergegeven.

  3. Als u een onvolledige transactie wilt oplossen, klikt u met de rechtermuisknop op de transactie en klikt u vervolgens op Oplossen. Selecteer naar behoeven Doorvoeren, Afbreken of Vergeten.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave