In de volgende tabel worden de groepen beschreven die standaard basistaken van DFS Replication kunnen uitvoeren en wordt de methode beschreven voor het delegeren van de machtigingen voor het uitvoeren van deze taken.

Als u de delegeringslijst voor een replicatiegroep wilt weergeven in de consolestructuur, selecteert u de replicatiegroep en klikt u op het tabblad Delegering in het detailvenster.

Taak Gebruikers of groepen die deze taak standaard kunnen uitvoeren Methode voor delegeren

Een replicatiegroep maken of DFS-replicatie instellen voor een map met mapdoelen

De groep Domeinadministrators in het domein waarin de replicatiegroep wordt gemaakt

Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op het knooppunt Replicatie en klik vervolgens op Beheermachtigingen delegeren.

Een replicatiegroep beheren

De groep Domeinadministrators in het domein waarin de replicatiegroep is geconfigureerd of de maker van de replicatiegroep

Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op de replicatiegroep en klik op Beheermachtigingen delegeren.

Een server aan een replicatiegroep toevoegen

(De server die wordt toegevoegd moet online zijn en aan de gebruiker moet de machtiging voor het beheer van de replicatiegroep worden overgedragen).

Als de server een lidserver is, moet de gebruiker lid zijn van de lokale groep Administrators van de server die wordt toegevoegd.

Als de server een domeincontroller is, moet de gebruiker lid zijn van de groep Domeinadministrators in het domein waarin de server zich bevindt.

Voeg de gebruiker toe aan de lokale groep Administrators van de lidserver die wordt toegevoegd of aan de groep Domeinadministrators van de domeincontroller die wordt toegevoegd.

Houd rekening met het volgende als u machtigingen wilt delegeren voor het maken en beheren van replicatiegroepen:

  • Als u het maken van replicatiegroepen aan een gebruiker of groep delegeert en u de gebruiker of groep later uit de delegeringslijst verwijdert, worden de beveiligingsinstellingen van bestaande replicatiegroepen niet gewijzigd.

  • Als u het beheer van een specifieke replicatiegroep aan een gebruiker of groep delegeert en u de gebruiker of groep later uit de delegeringslijst verwijdert, worden de beveiligingsinstellingen van bestaande configuratiegegevens niet gewijzigd. Als de gebruiker die wordt verwijderd bijvoorbeeld een verbinding heeft gemaakt in de replicatiegroep, beschikt deze gebruiker nog steeds over machtigingen om deze verbinding te bewerken, omdat de gebruiker eigenaar is van het AD DS-object met de configuratiegegevens voor de verbinding.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave