Distributed File System is geïmplementeerd als functieservice van de functie Bestandsservices. Distributed File System bestaat uit twee rolservices:

  • DFS-naamruimten

  • DFS-replicatie

Als u DFS-naamruimten en DFS-replicatie wilt beheren, kunt u de module DFS-beheer in Serverbeheer of de module DFS-beheer in de map Systeembeheer gebruiken. U kunt ook opdrachtregelprogramma's gebruiken, zoals verderop in dit onderwerp wordt besproken.

Belangrijk

Als u replicatiegroepen wilt weergeven of beheren waarin alleen-lezen replicatiemappen of leden die failoverclusters zijn, zijn opgenomen, moet u de versie van DFS-beheer gebruiken die is opgenomen in Windows Server 2008 R2.

Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie over DFS-naamruimten en DFS-replicatie:

DFS beheren vanaf een opdrachtprompt

Als u Distributed File System wilt beheren via een opdrachtprompt, kunt u de opdrachten in de volgende tabel gebruiken of scripts schrijven waarbij WMI (Windows Management Instrumentation) wordt gebruikt.

Opdracht Beschrijving

DfsUtil

DFS-naamruimten, server- en clientcomputers beheren.

DfsCmd

DFS-mappen en mapdoelen in een DFS-naamruimte configureren.

DfsDiag

Diagnostische tests van DFS-naamruimten uitvoeren.

DfsrAdmin

Gerepliceerde mappen voor DFS-replicatie beheren.

DfsrDiag

Diagnostische tests van DFS-replicatie uitvoeren.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave