Windows Firewall is een stateful host-firewall die ongevraagd inkomend TCP/IP-verkeer blokkeert, inclusief IPv4- (Internet Protocol version 4) en IPv6-verkeer (Internet Protocol version 6). Als u Windows Firewall inschakelt op een server en u de server wilt beheren met een hulpprogramma voor extern beheer, moet u meestal Windows Firewall-instellingen op de server configureren, zodat de server ongevraagd verkeer kan ontvangen van het hulpprogramma voor extern beheer. U moet Windows Firewall-instellingen mogelijk ook configureren op de computer waarop het hulpprogramma voor extern beheer wordt uitgevoerd als Windows Firewall is ingeschakeld op deze computer. Hoewel u Windows Firewall-instellingen handmatig kunt configureren, wordt u aangeraden de wizard Beveiliging configureren te gebruiken.
Als u een hulpprogramma voor extern beheer wilt gebruiken met Windows Firewall, moet u meestal een programma of poort toevoegen aan de uitzonderingenlijst van Windows Firewall. Wanneer u een programma of poort toevoegt aan de uitzonderingenlijst, geeft u aan dat ongevraagd inkomend verkeer moet worden toegestaan het opgegeven programma te bereiken of de opgegeven poort te gebruiken. In een aantal gevallen moet u mogelijk een registerinstelling configureren of een van de vooraf geconfigureerde Windows Firewall-uitzonderingen inschakelen, zoals de uitzondering Bestands- en printerdeling of de uitzondering Extern beheer.
Waarschuwing | |
Met de uitzondering Extern beheer wordt verkeer langs meerdere poorten toegestaan, waardoor de computer kwetsbaarder wordt voor aanvallen. Lees de documentatie bij Windows Firewall, zodat u de risico's van het gebruik van de uitzondering Extern beheer kent. Onjuiste bewerking van het register kan ernstige schade toebrengen aan de computer. Maak een back-up van alle belangrijke gegevens op de computer voordat u het register wijzigt. |
Als u een DHCP-server extern wilt beheren vanaf een andere DHCP-server of het systeembeheerpakket wilt gebruiken voor het externe beheer van een DHCP-server, voegt u op de doelserver Tcpsvcs.exe en UDP-poorten 67 en 2535 toe aan de uitzonderingenlijst van Windows Firewall.
De volgende uitzonderingsregels voor binnenkomend verkeer op de firewall zijn tijdens en na de installatie van de DHCP-serverfunctie ingeschakeld om extern beheer van de DHCP-server mogelijk te maken:
- DHCP-server (RPC-In)
- DHCP-server (RPCCS-In)
Wanneer de DHCP-serverfunctie wordt verwijderd, worden ook de uitzonderingsregels voor binnenkomend verkeer op de firewall verwijderd waarna extern beheer niet meer mogelijk is.
Aanvullende bronnen
Zie Aanbevolen taken voor de DHCP-serverfunctie voor een lijst met Help-onderwerpen waarin u meer informatie kunt vinden.
Raadpleeg de Windows Server® 2008-documentatie op de website van