In DNS (Domain Name System) kunt u een DNS-naamruimte onderverdelen in zones waarin naamgegevens van een of meer DNS-domeinen worden opgeslagen. Voor elke DNS-domeinnaam in een zone wordt de zone de bindende bron voor informatie over dit domein.
Een zone begint als opslagdatabase voor één DNS-domeinnaam. Als er andere domeinen worden toegevoegd onder het domein waarmee de zone wordt gemaakt, kunnen deze domeinen deel uitmaken van dezelfde of een andere zone. Wanneer u een subdomein hebt toegevoegd, kunt u:
-
Het subdomein beheren en opnemen als onderdeel van de oorspronkelijke zonerecords.
-
Het subdomein delegeren naar een andere zone die wordt gemaakt voor de ondersteuning van het subdomein.
U kunt een DNS-server configureren als host voor een zone met een van de volgende drie zonetypen:
-
Een primaire zone waarvoor de DNS-server de primaire autoriteit is
-
Een secundaire zone waarvoor een kopie van de zone die is overgedragen van een primaire server wordt bewaard op de DNS-server
-
Een stub-zone waarvoor alleen de bindende naamservers voor de zone worden opgegeven via de DNS-server
U kunt een zone ook zo configureren dat namen worden omgezet via WINS (Windows Internet Name Service) en u kunt bepalen hoe een AD DS geïntegreerde zone (Active Directory Domain Services ) wordt gerepliceerd.
-
Wat is zonedelegering?
-
Typen zones
-
Zonedelegeringen maken
-
Naamomzetting via WINS inschakelen voor DNS
-
Andere DNS-servers opgeven als bindend voor een zone
-
Het zonetype wijzigen
-
De scope voor zonereplicatie wijzigen
-
De beveiligingsinstellingen van een met Active Directory geïntegreerde zone wijzigen
-
Instellingen voor zoneoverdracht wijzigen