De DNS Server-service ondersteunt functies voor veroudering en opruiming. Met deze functies kunt u verlopen bronrecords opruimen en verwijderen. Na verloop van tijd worden er namelijk steeds meer bronrecords opgeslagen in de zonegegevens. Aan de hand van de volgende procedure kunt u de eigenschappen voor veroudering en opruiming instellen voor een specifieke zone.

Er is minimaal lidmaatschap van de groep Administrators of een gelijkwaardige groep vereist om deze procedure te voltooien. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Eigenschappen voor veroudering en opruiming voor een zone instellen

Eigenschappen voor veroudering en opruiming voor een zone instellen via de Windows-interface
  1. Open DNS-beheer.

  2. Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op de relevante zone en klik vervolgens op Eigenschappen.

  3. Klik op het tabblad Algemeen op Veroudering.

  4. Schakel het selectievakje Verlopen bronrecords opruimen in.

  5. Wijzig zo nodig andere eigenschappen voor veroudering en opruiming.

Aanvullende overwegingen

  • U opent DNS-beheer als volgt: klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op DNS.

Eigenschappen voor veroudering en opruiming voor een zone instellen via de opdrachtregel
  1. Open een opdrachtprompt.

  2. Typ de volgende opdracht en druk op ENTER:

    dnscmd <ServerName> /Config <ZoneName> {/Aging <Value>|/RefreshInterval <Value>|/NoRefreshInterval <Value>}

Parameter Beschrijving

dnscmd

De naam van het opdrachtregelprogramma voor het beheren van DNS-servers.

<servernaam>

Vereist. Hiermee geeft u de DNS-hostnaam (Domain Name System) van de DNS-server op. U kunt ook het IP-adres van de DNS-server typen. U kunt de DNS-server ook op de lokale computer opgeven door een punt (.) te typen.

/Config

Vereist. Hiermee geeft u op dat de opgegeven zone moet worden geconfigureerd.

<zonenaam>

Vereist. De naam van de zone waarvoor u veroudering en opruiming wilt instellen.

/Aging

Vereist. Veroudering inschakelen voor zones.

/RefreshInterval

Vereist. Het vernieuwingsinterval voor een zone waarvoor opruimen is ingeschakeld.

/NoRefreshInterval

Vereist. Het interval voor niet vernieuwen voor een zone waarvoor opruimen is ingeschakeld.

<waarde>

Vereist. Typ voor /Aging 1 om veroudering in te schakelen. Typ 0 om veroudering uit te schakelen. Typ voor /RefreshInterval een waarde in uren. De standaardinstelling is 168 (één week). Typ voor /NoRefreshInterval een waarde in seconden. De standaardinstelling is 3600 (één week).

U kunt de volledige syntaxis van deze opdracht weergeven door bij de opdrachtprompt het volgende te typen en op ENTER te drukken:

dnscmd /Config /help 

Aanvullende overwegingen

  • U opent een venster met verhoogde opdrachtpromptmogelijkheden als volgt: klik op Start, Alle programma's, Bureau-accessoires, klik met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en klik op Als administrator uitvoeren.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave