Een doorstuurserver is een DNS-server (Domain Name System) in een netwerk waarmee DNS-query's over externe DNS-namen worden doorgestuurd naar DNS-servers buiten dat netwerk. U kunt de server ook zo configureren dat query's over specifieke domeinnamen worden doorgestuurd via voorwaardelijke doorstuurservers.

Een DNS-server in een netwerk wordt aangewezen als doorstuurserver wanneer de andere DNS-servers in het netwerk zo zijn geconfigureerd dat de query's die ze niet kunnen beantwoorden, lokaal naar deze DNS-server worden doorgestuurd. Met behulp van een doorstuurserver kunt u de omzetting van namen van buiten het netwerk, zoals internetnamen, beheren. Op die manier kunt u de naamomzetting voor de computers in het netwerk vereenvoudigen. Zie Doorstuurservers voor meer informatie over doorstuurservers en voorwaardelijke doorstuurservers.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators of een vergelijkbare groep. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Een DNS-server configureren voor het gebruik van doorstuurservers

De Windows-interface gebruiken om een DNS-server te configureren voor het gebruik van doorstuurservers
  1. Open DNS-beheer.

  2. Klik in de consolestructuur op de desbetreffende DNS-server.

    Waar?

    • DNS/Desbetreffende DNS-server

  3. Klik op Eigenschappen in het menu Actie.

  4. Klik op het tabblad Doorstuurservers, onder DNS-domein, op een domeinnaam.

  5. Typ onder Lijst met IP-adressen van de doorstuurserver in het geselecteerde domein, het IP-adres van een doorstuurserver en klik vervolgens op Toevoegen.

Aanvullende overwegingen

  • U opent DNS-beheer als volgt: klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op DNS.

  • U kunt een nieuwe domeinnaam maken door te klikken op Nieuw en vervolgens, onder DNS-domein, de domeinnaam te typen.

  • Wanneer u een voorwaardelijke doorstuurserver opgeeft, selecteert u een DNS-domeinnaam voordat u een IP-adres typt.

  • Standaard wacht de DNS-server vijf seconden op een antwoord van het IP-adres van een doorstuurserver. Vervolgens wordt een ander IP-adres van een doorstuurserver geprobeerd. Bij Aantal seconden voor time-out van doorgestuurde query's kunt u het aantal seconden wijzigen dat bepaalt hoelang de DNS-server wacht. Wanneer geen van de beschikbare doorstuurservers tijdig reageert, wordt standaardrecursie toegepast.

  • Als u wilt dat voor de DNS-server alleen doorstuurservers worden gebruikt en geen recursie wordt toegepast als deze niet reageren, schakelt u het selectievakje Geen recursie voor dit domein gebruiken in.

    U kunt recursie voor de DNS-server uitschakelen zodat voor geen enkele query recursie wordt toegepast. Als u recursie op de DNS-server uitschakelt, kunt u op dezelfde server geen doorstuurservers gebruiken.

  • Als een bepaalde doorstuurserver betrouwbaarder is of geografisch gezien dichterbij is, heeft het geen zin het IP-adres van deze doorstuurserver vaker dan eenmaal op te geven in de lijst met doorstuurservers voor een DNS-server. Als u de voorkeur geeft aan een van de doorstuurservers, plaats u die doorstuurserver boven aan de lijst met IP-adressen van doorstuurservers.

  • U kunt geen domeinnaam voor een voorwaardelijke doorstuurserver opgeven als de DNS-server fungeert als host voor een primaire zone, een secundaire zone of een stub-zone voor die domeingroep. Als een DNS-server bijvoorbeeld bindend is voor de domeinnaam corp.contoso.com (dat wil zeggen: de server fungeert als host voor de primaire zone voor die domeinnaam), kunt u op die DNS-server geen voorwaardelijke doorstuurserver configureren voor corp.contoso.com.

  • Door bij het configureren van DNS-servers spaarzaam gebruik te maken van doorstuurservers kunt u gangbare problemen met doorstuurservers voorkomen.

De opdrachtregel gebruiken om een DNS-server te configureren voor het gebruik van doorstuurservers
  1. Open een opdrachtprompt.

  2. Typ de volgende opdracht en druk vervolgens op Enter:

    dnscmd <ServerName> /ResetForwarders <MasterIPaddress ...> [/TimeOut <Time>] [/Slave]
    

Parameter Beschrijving

dnscmd

Dit is de naam van het opdrachtregelprogramma voor het beheer van DNS-servers.

<Servernaam>

Verplicht. Dit is de hostnaam van de DNS-server. U kunt hier ook het IP-adres van de DNS-server typen. Als u de DNS-server op de lokale computer wilt opgeven, kunt u ook een punt (.) typen.

/ResetForwarders

Verplicht. Hiermee configureert u een doorstuurserver.

<Hoofd-IP-adres...>

Verplicht. Dit is een door middel van spaties gescheiden lijst van een of meer IP-adressen van de DNS-servers waarop query's worden doorgestuurd. U kunt hier een lijst van IP-adressen opgeven, van elkaar gescheiden door middel van een spatie.

/TimeOut

Dit is de time-out. Dit is het aantal seconden dat verstrijkt voordat een time-out optreedt voor doorstuurquery's die geen resultaat opleveren.

<Tijd>

Dit is de waarde voor de parameter /TimeOut. Deze waarde wordt opgegeven in seconden. De standaardtime-out bedraagt vijf seconden.

/Slave

Hiermee geeft u aan of de DNS-server gebruikmaakt van recursie voor query's over de domeinnaam die bij Zonenaam is opgegeven.

U kunt de volledige syntaxis voor deze opdracht weergeven door op de opdrachtregel de volgende opdracht te typen en op Enter te drukken:

dnscmd /ResetForwarders /help 

Aanvullende overwegingen

  • U opent een venster met verhoogde opdrachtpromptmogelijkheden als volgt: klik op Start, Alle programma's, Bureau-accessoires, klik met de rechtermuisknop op Opdrachtprompt en klik op Als administrator uitvoeren.

  • Met de volgende opdracht kunt u de voorwaardelijke doorstuurserver voor een zone instellen:

    dnscmd <ServerName> /ZoneAdd <ZoneName> /Forwarder <MasterIPaddress ...> [/TimeOut <Time>] [/Slave]
    Met de opdracht /ZoneAdd voegt u de zone toe die is opgegeven bij de parameter Zonenaam. De parameter IP-adres is het IP-adres waarnaar DNS-query's worden doorgestuurd die de DNS-server niet kan oplossen. Met de parameter /Slave geeft u aan dat de DNS-server fungeert als ondergeschikte server. Met de parameter /NoSlave (standaardinstelling) geeft u aan dat de DNS-server geen ondergeschikte server is. Dit betekent dat op deze server recursie wordt toegepast. De parameters /Timeout en Time worden in de voorgaande tabel beschreven.

  • Met de volgende opdracht kunt u een zone weergeven die is toegevoegd als voorwaardelijke doorstuurserver:

    dnscmd <ServerName> /ZoneInfo <ZoneName>
  • Met de volgende opdracht kunt u de IP-adressen opnieuw instellen voor de domeinnaam van een voorwaardelijke doorstuurserver:

    dnscmd <ServerName> /ZoneResetMasters <ZoneName> [/Local] [<ServerIPs>]
    Met de parameter /Local stelt u de lokale hoofdlijst in voor met Active Directory geïntegreerde doorstuurservers. Met de parameter Server-IP's geeft u een of meer IP-adressen op van masterservers voor de zone. Als masterservers kunt u DNS-servers opnemen die fungeren als host voor primaire of secundaire exemplaren van de zone. Het is echter niet toegestaan IP-adressen van DNS-servers die fungeren als host voor exemplaren van een zone zo op te nemen dat deze elkaar gebruiken als masterservers. In dat geval ontstaat er een cyclisch doorstuurpad.

  • U kunt geen domeinnaam voor een voorwaardelijke doorstuurserver opgeven als de DNS-server fungeert als host voor een primaire zone, een secundaire zone of een stub-zone voor die domeingroep. Als een DNS-server bijvoorbeeld bindend is voor de domeinnaam corp.contoso.com (dat wil zeggen: de server fungeert als host voor de primaire zone voor die domeinnaam), kunt u op die DNS-server geen voorwaardelijke doorstuurserver configureren voor corp.contoso.com.

  • Door bij het configureren van DNS-servers spaarzaam gebruik te maken van doorstuurservers kunt u gangbare problemen met doorstuurservers voorkomen.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave