U kunt DNS-zones (Domain Name System) opslaan in de domein- of toepassingsmappartities van AD DS (Active Directory Domain Services). Een partitie is een gegevensstructuur in AD DS waarmee gegevens voor verschillende replicatiedoeleinden kunnen worden onderscheiden. Zie Active Directory Domain Services-integratie voor meer informatie.

In de volgende tabel worden de beschikbare scopes voor zonereplicatie beschreven voor met AD DS geïntegreerde DNS-zonegegevens.

Scope voor zonereplicatie Beschrijving

Alle DNS-servers in het forest die domeincontrollers zijn waarop Windows Server 2003 of Windows Server 2008 wordt uitgevoerd

Hiermee worden zonegegevens gerepliceerd naar alle domeincontrollers met Windows Server 2003 en Windows Server 2008 waarop de DNS Server-service in het AD DS-forest actief is. Met deze optie zorgt u ervoor dat zonegegevens worden gerepliceerd naar de partitie ForestDNSZones. Daarmee biedt deze optie de ruimste replicatiescope.

Alle DNS-servers in het domein die domeincontrollers zijn waarop Windows Server 2003 of Windows Server 2008 wordt uitgevoerd

Hiermee worden zonegegevens gerepliceerd naar alle domeincontrollers met Windows Server 2003 en Windows Server 2008 waarop de DNS Server-service in het Active Directory-forest actief is. Met deze optie zorgt u ervoor dat zonegegevens worden gerepliceerd naar de partitie DomainDNSZone. Dit is de standaardinstelling voor DNS-zonereplicatie in Windows Server 2003 en Windows Server 2008.

Alle domeincontrollers in het Active Directory-domein

Hiermee worden zonegegevens gerepliceerd naar alle domeincontrollers in het Active Directory-domein. Als u wilt dat een met Active Directory geïntegreerde zone op Windows 2000 DNS-servers wordt geladen, moet u voor die zone deze scope opgeven.

Alle domeincontrollers in een opgegeven toepassingsmappartitie

Hiermee worden zonegegevens gerepliceerd in overeenstemming met de replicatiescope van de opgegeven toepassingsmappartitie. Een zone wordt in de opgegeven toepassingsmappartitie opgeslagen als de DNS-server die als host voor de zone fungeert, is ingeschreven bij de opgegeven toepassingsmappartitie. Gebruik deze scope wanneer u wilt dat zonegegevens worden gerepliceerd naar domeincontrollers in meerdere domeinen, maar niet naar het hele forest. Zie Een DNS-toepassingsmappartitie maken en Een DNS-server inschrijven bij een DNS-toepassingsmappartitie voor meer informatie.

Hoe ruimer de replicatiescope, hoe meer netwerkverkeer wordt gegenereerd bij replicatie. Daarmee moet u rekening houden bij het kiezen van de juiste replicatiescope. Als u bijvoorbeeld met AD DS geïntegreerde DNS-zonegegevens laat repliceren naar alle DNS-servers in het forest, wordt er meer netwerkverkeer gegenereerd dan wanneer u de DNS-zonegegevens laat repliceren naar alle DNS-servers in één AD DS-domein in dat forest.

Met AD DS geïntegreerde DNS-zonegegevens die in een toepassingsmappartitie zijn opgeslagen, worden niet gerepliceerd naar de globale catalogus voor het forest. De domeincontroller met de globale catalogus kan ook als host fungeren voor toepassingsmappartities, maar deze gegevens worden niet naar deze globale catalogus gerepliceerd.

Met AD DS geïntegreerde DNS-zonegegevens die in een domeinpartitie zijn opgeslagen, worden gerepliceerd naar alle domeincontrollers in het bijbehorende AD DS-domein en een gedeelte van deze gegevens wordt opgeslagen in de globale catalogus. Deze instelling wordt gebruikt ter ondersteuning van Windows 2000.

Als de replicatiescope van een toepassingsmappartitie naar alle AD DS-sites wordt gerepliceerd, wordt deze replicatie uitgevoerd volgens hetzelfde schema voor intersitereplicatie als wordt gebruikt voor de domeinpartitiegegevens.

Standaard worden DNS-bronrecords voor de DC-locator (domeincontrollerlocator) voor de toepassingsmappartities die zijn ondergebracht op een domeincontroller via de Net Logon-service op dezelfde manier geregistreerd als DNS-bronrecords voor de DC-locator (domeincontrollerlocator) voor de domeinpartitie die is ondergebracht op een domeincontroller.


Inhoudsopgave