Voordat u forest-vertrouwensrelaties tot stand brengt tussen domeinen, is het van belang te controleren of de DNS-server (Domain Name System) in uw omgeving op de juiste manier is ingesteld en zo is geconfigureerd dat toekomstige vertrouwensrelaties worden geaccepteerd. Voer de taken in de aangegeven volgorde uit. Wanneer een koppeling u doorverwijst naar een conceptueel onderwerp, moet u na het lezen daarvan terugkeren naar dit onderwerp zodat u de overige taken in deze controlelijst kunt uitvoeren.

Taak Naslaginformatie
  • Controleer of DNS naar behoren is ingesteld.

  • Als er een DNS-basisserver is die als DNS-basisserver kan optreden voor beide DNS-naamruimten van het forest, wijst u deze aan als de basisserver door in de hoofdzone delegeringen op te nemen voor elk van de DNS-naamruimten. Neem daarnaast de nieuwe DNS-basisserver op in de lijst met aanbevolen basisservers op alle DNS-servers.

  • Als er geen gedeelde DNS-basisserver is en op de DNS-basisservers voor elke DNS-naamruimte in het forest DNS een Windows Server 2008- of Windows Server 2008 R2-besturingssysteem wordt uitgevoerd, configureert u voorwaardelijke doorstuurservers voor DNS in elke DNS-naamruimte. Op die manier kunt u query's voor namen in de andere naamruimte routeren.

  • Als er geen gedeelde DNS-basisserver is en op geen enkele DNS-basisserver voor elke DNS-naamruimte in het forest DNS een Windows Server 2008- of Windows Server 2008 R2-besturingssysteem wordt uitgevoerd, configureert u secundaire DNS-zones in elke DNS-naamruimte. Op die manier kunt u query's voor namen in de andere naamruimte routeren.

  • Breng de forest-vertrouwensrelatie tot stand.


Inhoudsopgave