Wanneer u AD DS (Active Directory Domain Services) installeert op een server waarop Windows Server 2008 R2 actief is, worden standaard een aantal basisonderdelen van Active Directory ingeschakeld. Naast de basisonderdelen van Active Directory op afzonderlijke domeincontrollers zijn er ook nieuwe domeindekkende en forest-dekkende Active Directory-onderdelen beschikbaar die kunnen worden gebruikt wanneer op alle domeincontrollers in een domein of forest Windows Server 2008 R2 wordt uitgevoerd. Zie Domein- en forestfunctionaliteit voor meer informatie.

U kunt de nieuwe forest-dekkende onderdelen alleen inschakelen als op alle domeincontrollers in het forest Windows Server 2008 R2 wordt uitgevoerd en u het functionaliteitsniveau van het forest hebt verhoogd tot Windows Server 2008 R2. U kunt het forestfunctionaliteitsniveau als volgt met het Beheerderscentrum voor Active Directory verhogen.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Domeinadministrators in het forestbasisdomein of Ondernemingsadministrators in AD DS of een vergelijkbare groep voor het domein. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

Het forestfunctionaliteitsniveau verhogen met behulp van het Beheerderscentrum voor Active Directory
  1. U opent het Beheerderscentrum voor Active Directory door achtereenvolgens op Start, Systeembeheer en Beheerderscentrum voor Active Directory te klikken.

    Opmerking

    U kunt het Beheerderscentrum voor Active Directory ook openen door op Start en Uitvoeren te klikken en vervolgens dsac.exe te typen.

  2. Klik in het navigatievenster met de rechtermuisknop op het domein dat bij een forest behoort waarvoor u het functionaliteitsniveau wilt verhogen, en klik vervolgens op Forestfunctionaliteitsniveau verhogen.

  3. Voer een van de volgende handelingen uit bij Selecteer een beschikbaar forestfunctionaliteitsniveau:

    • Als u het forestfunctionaliteitsniveau wilt verhogen tot Windows Server 2008, klikt u op Windows Server 2008 en klikt u vervolgens op OK.

    • Als u het forestfunctionaliteitsniveau wilt verhogen tot Windows Server 2008 R2, klikt u op Windows Server 2008 R2 en klikt u vervolgens op OK.

Waarschuwing
  • Nadat u het forestfunctionaliteitsniveau op een bepaalde waarde hebt ingesteld, kunt u het forestfunctionaliteitsniveau niet terugzetten of verlagen, met één uitzondering: wanneer u het forestfunctionaliteitsniveau naar Windows Server 2008 R2 forestfunctionaliteitsniveau en de Prullenbak van Active Directory niet is ingeschakeld, kunt u het forestfunctionaliteitsniveau terugzetten naar Windows Server 2008. (Zie Nieuwe functies in AD DS: prullenbak van Active Directory (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=141392) voor meer informatie over de prullenbak van Active Directory (pagina is mogelijk Engelstalig).
  • U kunt het forestfunctionaliteitsniveau alleen verlagen van Windows Server 2008 R2 naar Windows Server 2008. Als het forestfunctionaliteitsniveau is ingesteld op Windows Server 2008 R2, kan het bijvoorbeeld niet worden teruggezet naar Windows Server 2003.

Verdere overwegingen

  • Domeinen die op het domeinfunctionaliteitsniveau Windows Server 2008 zijn ingesteld, worden automatisch verhoogd naar Windows Server 2008 R2 op het moment dat het forestfunctionaliteitsniveau wordt verhoogd naar Windows Server 2008 R2.

  • U kunt de taak in deze procedure ook uitvoeren met behulp van de Active Directory-module voor Windows PowerShell. U opent Active Directory-module door achtereenvolgens te klikken op Start, Systeembeheer en Active Directory-module voor Windows PowerShell. Zie het onderwerp over het verhogen van het forestfunctionaliteitsniveau (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=141939) voor meer informatie (pagina is mogelijk Engelstalig).

    Zie Windows PowerShell (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=102372) voor meer informatie over Windows PowerShell (pagina is mogelijk Engelstalig).

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave