U kunt bepalen hoe verzamelde gebeurtenissen worden afgeleverd en met welk account dit verzamelproces wordt beheerd. Logboeken bevat drie opties om de verzending van gebeurtenissen te optimaliseren: Normaal, Bandbreedte minimaliseren en Latentie minimaliseren. De volgende tabel bevat een overzicht van deze opties, waarbij voor elke optie wordt beschreven wanneer deze het beste kan worden gebruikt.

Opties voor de optimalisatie van gebeurtenisverzendingen Beschrijving

Normaal

Met deze optie krijgt u een betrouwbare overdracht van gebeurtenissen, waarbij niet wordt geprobeerd om bandbreedte te besparen. Dit is de beste keuze, tenzij u meer controle wilt over de gebruikte bandbreedte of de doorgestuurde gebeurtenissen zo snel mogelijk wilt ontvangen. Deze methode werkt met een pull-afleveringsmodus waarbij elke 15 minuten een batch met 5 items wordt verzonden.

Bandbreedte minimaliseren

Met deze optie zorgt u voor een strikte regulatie van de gebruikte bandbreedte voor gebeurtenisoverdracht. Dit is de juiste keuze als u het netwerkverkeer zo min mogelijk wilt belasten voor de verzending van gebeurtenissen. Deze methode werkt met een push-afleveringsmodus waarbij elke 6 uur een batch wordt verzonden. Verder wordt er een heartbeat-interval van 6 uur gebruikt.

Latentie minimaliseren

Met deze optie worden gebeurtenissen met een minimale vertraging afgeleverd. Dit is de juiste keuze als u waarschuwingen of kritieke gebeurtenissen verzamelt. Deze methode werkt met een push-afleveringsmodus waarbij elke 30 seconden een batch wordt verzonden.

De optie Aangepast voor gebeurtenisverzendingen wordt niet gebruikt wanneer er sprake is van abonnementen die zijn gemaakt met de module Logboeken. U kunt in deze module alleen abonnementen maken in combinatie met de verzendopties van Normaal, Bandbreedte minimaliseren of Latentie minimaliseren. U kunt Logboeken echter wel gebruiken voor abonnementen die op een andere manier zijn gemaakt of bijgewerkt, zoals met het opdrachtregelprogramma wecutil. In dat geval is de optie Aangepast geselecteerd om aan te geven dat er sprake is van andere verzendinstellingen dan die van Logboeken.

Geavanceerde abonnementsinstellingen configureren
  1. Voer stap 1 t/m 6 uit van de procedure Een nieuw abonnement maken.

  2. Klik op Geavanceerd.

  3. In het dialoogvenster Geavanceerde instellingen voor abonnement kunt u een manier opgeven voor een optimale gebeurtenisverzending of anders bepalen met welk account het verzamelproces van gebeurtenissen wordt beheerd.

    • Optimalisatie van gebeurtenisverzendingen opgeven: selecteer de gewenste optie voor Optimalisatie van gebeurtenisverzendingen en klik op OK.

    • Als u het account wilt opgeven waarmee het verzamelproces van gebeurtenissen wordt beheerd, selecteert u de optie Specifieke gebruiker en klikt u op Gebruiker en wachtwoord. Typ hier de gebruikersnaam en het wachtwoord van het account en klik op OK. Klik vervolgens op OK in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen voor abonnement.

Aanvullende overwegingen

Zowel met Bandbreedte minimaliseren als met Latentie minimaliseren wordt een standaardaantal items tegelijk in een batch verzonden. Als u wilt weten welk standaardaantal dit is, typt u de volgende opdracht bij een opdrachtprompt:

winrm get winrm/config.

U kunt het standaardaantal items in een batch wijzigen door bij de opdrachtprompt de volgende opdracht op te geven:

winrm set winrm/config @{MaxBatchItems=<NumberOfItems>}

In het volgende voorbeeld ziet u hoe u het standaardaantal items in een batch wijzigt in vijf:

winrm set winrm/config @{MaxBatchItems="5"}

Aanvullende bronnen