Wanneer u de functie van faxserver installeert terwijl er geen faxapparaat op de computer is aangesloten, wordt in de map Printers in het Configuratiescherm automatisch een lokale faxprinterverbinding, met de naam Fax, gemaakt. Als die faxprinterverbinding beschadigd raakt of wordt verwijderd, kunt u een nieuwe faxprinterverbinding maken door een nieuw faxaccount toe te voegen. Als u de functie van faxserver hebt geïnstalleerd en er ook al een faxprinter is geïnstalleerd, voert u de stappen in deze procedure uit om de printer te delen, zodat andere gebruikers er verbinding mee kunnen maken.

U kunt de volgende procedure gebruiken om een nieuwe faxprinter te maken en deze te delen, zodat ook andere gebruikers de printer kunnen gebruiken.

Een nieuwe faxprinter maken en delen
  1. Klik op achtereenvolgens op Start, Alle programma's en Windows Faxen en scannen.

  2. Klik op Extra en klik vervolgens op Faxaccounts.

  3. Klik in het dialoogvenster Faxaccounts op Toevoegen om Faxinstallatie te openen.

  4. Klik op Verbinding met faxmodem maken op de pagina Selecteer een faxmodem of faxserver.

  5. U wordt mogelijk gevraagd een modem te installeren. Hiertoe volgt u de instructies van de wizard Hardware toevoegen.

  6. Typ op de pagina Selecteer een naam voor de modem een naam voor de faxmodem en klik vervolgens op Volgende. De standaardnaam is Faxmodem.

  7. Klik op de gewenste optie op de pagina Selecteer hoe u faxberichten wilt ontvangen.

  8. De nieuwe faxmodem wordt weergegeven in Faxaccounts, onder Accountnaam.

  9. Nu gaat u de printer die is gemaakt, delen. Klik daartoe op Start en vervolgens op Configuratiescherm.

  10. Klik onder Hardware op Apparaten en printers weergeven.

  11. Klik in de lijst met printers met de rechtermuisknop op Fax, klik op Eigenschappen van printer, klik op de tab Delen, selecteer Deze printer delen en typ een naam voor de printer die de netwerkgebruikers te zien krijgen.

  12. Als u ook gebruikers die werken met computers waarop andere versies van Windows worden uitgevoerd, in staat wilt stellen deze printer te gebruiken, klikt u op Extra stuurprogramma's om de benodigde stuurprogramma's te installeren.

  13. Schakel in Extra stuurprogramma's het selectievakje in voor de architectuur die u wilt ondersteunen. U wordt gevraagd het pad naar het stuurprogramma op te geven. Geef het pad op naar het bestand %windir%\System32\DriverStore\FileRepository\prnms002.inf* op een computer met de architectuur die u wilt ondersteunen.

  14. U kunt controleren of de bestanden op de juiste manier zijn gekopieerd door in Windows Verkenner naar %windir%\System32\spool\drivers\ te gaan en te zoeken naar de map die de bestanden voor de geselecteerde architecturen bevat.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen of een nieuwe modem installeren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.

  • Omdat de faxservice gebruikmaakt van RPC's (Remote Procedure Calls) om faxen te verzenden, om de faxserver te beheren en te configureren en om de status van de faxservice in de gaten te houden, moet u ervoor zorgen dat de firewall op de server dit toestaat. Wanneer u een account aan de faxservice toevoegt, wordt gewoonlijk bij het instellen van de faxfunctie in Windows Faxen en scannen aan de gebruiker gevraagd de blokkering van RPC op te heffen, zodat de firewall het faxverkeer niet blokkeert. U kunt de firewall ook op elk gewenst moment rechtstreeks configureren in Windows Firewall en ervoor zorgen dat Windows Fax-service en Windows Faxen en scannen zich in de uitzonderingenlijst bevinden. Als u de faxservice deelt met anderen, moet Bestands- en printerdeling ook aan de uitzonderingenlijst worden toegevoegd. Zie de technische bibliotheek voor Windows Server 2008 (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=141086) voor meer informatie over Windows Firewall en Windows Firewall met geavanceerde beveiliging (deze informatie is mogelijk in het Engels).

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave