Als u een faxserver wilt maken, moet u de rol van faxserver installeren. Hiermee installeert u de pagina Functie van faxserver, Fax Service-beheer, Windows Faxen en scannen (met alleen de faxmogelijkheden), de faxservice en de faxprinter.

Voordat u begint met het installeren van de functie van faxserver, moet u ervoor zorgen dat alle modems op de server zijn geïnstalleerd. Als u van plan bent een nieuwe modem te installeren, kunt u tijd besparen door deze modem te installeren voordat u de functie van faxserver installeert. U wordt aangeraden de functie van faxserver lokaal te installeren en niet via Verbinding met extern bureaublad. U kunt de functie van faxserver op afstand installeren, maar dan moet u ervoor zorgen dat het delen van lokale bronnen is uitgeschakeld.

De rol van faxserver installeren
  1. Klik op Start, klik op Systeembeheer, klik op Serverbeheer, klik in het linkerdeelvenster op Functies en klik vervolgens in het rechterdeelvenster op Functies toevoegen.

  2. Ga in de wizard Functies toevoegen naar de pagina Serverfuncties selecteren en schakel het selectievakje Faxserver in. Als u dit doet, wordt er een bericht weergegeven met de melding dat Afdruk- en documentservices ook moet worden geïnstalleerd in combinatie met de functie van faxserver.

  3. Klik op Vereiste rolservices toevoegen en klik op Volgende.

  4. Op de pagina Faxgebruikers selecteren klikt u op Toevoegen en typt u de domein- en gebruikersnaam voor groepen en gebruikers die toegang krijgen tot de faxserver voor het verzenden of ontvangen van faxen. Klik op OK en daarna op Volgende.

    Opmerking

    De leden van de lokale groep Administrators worden automatisch toegevoegd aan de groep Faxgebruikers en kunnen niet worden verwijderd. (De lokale groep Administrators krijgt ook afzonderlijk alle machtigingen voor de faxservice.) Later kan via Fax Service-beheer de samenstelling van deze groep worden gewijzigd.

  5. Voer op de pagina Opgeven wie er toegang heeft tot het Postvak IN van de faxserver een van de volgende bewerkingen uit en klik op Volgende:

    • Klik op Alleen routeringsassistenten hebben toegang tot het Postvak IN van de faxserver om toegang tot het Postvak IN te beperken tot uitsluitend de gebruikersgroep Routeringsassistenten. Deze gebruikers zijn verantwoordelijk voor de routering van faxen in het Postvak IN naar de juiste geadresseerden. Groepsleden geeft u in een later stadium op in de wizard.

    • Klik op Alle gebruikers hebben toegang tot het Postvak IN van de faxserver om ervoor te zorgen dat alle gebruikers met toegang tot de faxserver alle ontvangen faxen kunnen bekijken. Deze optie biedt minder privacy omdat elke faxgebruiker toegang heeft tot alle ontvangen faxen. De optie vereist echter ook minder beheer.

  6. Als u toegang tot het Postvak IN wilt beperken tot routeringsassistenten, klikt u op Toevoegen op de pagina Routeringsassistenten selecteren en typt de groepsnaam of domein- en gebruikersnaam voor groepen en gebruikers die deel gaan uitmaken van de groep Routeringsassistenten. Klik op OK en daarna op Volgende.

    Opmerking

    Net als de leden van de groep Faxgebruikers, worden de leden van de lokale groep Administrators automatisch toegevoegd aan de groep Routeringsassistenten. Deze groep kan later worden gewijzigd met behulp van Fax Service-beheer.

  7. Ga verder met het uitvoeren van de wizard totdat de pagina Bevestiging van items die voor installatie zijn geselecteerd wordt geopend, waar u de gemaakte keuzes kunt controleren. Klik op Installeren.

  8. De geselecteerde functies worden geïnstalleerd. Eventuele fouten tijdens de installatie worden gemeld op de pagina Installatieresultaten.

  9. Klik op Start, klik op Uitvoeren en typ: control printers. Controleer of er een printer met de naam Fax bestaat. Als die niet bestaat, start u de computer opnieuw op. (Als u de computer niet opnieuw kunt opstarten, kunt u in plaats daarvan ook de afdruk-spoolerservice stoppen en opnieuw starten. Hiertoe klikt u in het rechterdeelvenster van Services met de rechtermuisknop op Afdruk-spooler en klikt u op Stoppen. Vervolgens klikt u opnieuw met de rechtermuisknop op Afdruk-spooler en klikt u op Starten.)

  10. Dubbelklik ook in Configuratiescherm op Telefoon- en modemopties en voer vervolgens in het dialoogvenster Locatiegegevens de gegevens in van uw locatie, zoals het land van waaruit u belt, het netnummer, de code voor uw telecombedrijf, informatie voor het bellen van een buitenlijn en of u pulskeuze of toonkeuze gebruikt.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt alleen faxonderdelen installeren als u lid bent van de groep Administrators of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen.

  • Als u Windows Faxen en scannen wilt openen, klikt u op Start, wijst u Alle programma's aan en klikt u vervolgens op Windows Faxen en scannen. De eerste keer dat u dit onderdeel uitvoert, moet u het uitvoeren met beheerdersmachtigingen, zodat de welkomstpagina voor faxen wordt weergegeven.

  • Nadat u de functie van faxserver hebt geïnstalleerd, hebt u vanuit Serverbeheer toegang tot Fax Service-beheer en de pagina Functie van faxserver, waar u hulpmiddelen vindt voor het beheer van verwante gebeurtenissen en services. Hiertoe dubbelklikt u in het linkerdeelvenster van Serverbeheer op Functies en vervolgens op Faxserver. De functiepagina wordt in het rechterdeelvenster weergegeven.

  • Als u Fax Service-beheer rechtstreeks wilt openen, klikt u op Start, klikt u op Systeembeheer en klikt u vervolgens op Fax Service-beheer.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave