Mapomleiding - overzicht

Instellingen en bestanden van gebruikers worden meestal opgeslagen in het lokale gebruikersprofiel in de map Gebruikers. De bestanden in lokale gebruikersprofielen kunnen alleen worden geopend via de huidige computer. Gebruikers met meerdere computers ondervinden hierdoor een probleem bij het werken met gegevens en het synchroniseren van instellingen. Er zijn twee voorzieningen waarmee u dit probleem kunt aanpakken: Zwervende profielen en Mapomleiding. Beide voorzieningen bieden voordelen. U kunt de voorzieningen afzonderlijk gebruiken, maar ook combineren, zodat gebruikers probleemloos kunnen werken met meerdere computers. Beheerders die gebruikersgegevens beheren, hebben via deze voorzieningen extra opties.

Door middel van Mapomleiding kunnen beheerders het pad van een map omleiden naar een nieuwe locatie. De locatie kan een map op de lokale computer zijn of een directory in een netwerkshare. Gebruikers kunnen werken met documenten op een server alsof de documenten zich op een lokale drive bevinden. De gebruiker kan vanaf elke computer in het netwerk beschikken over de documenten in de map. Mapomleiding bevindt zich onder Windows-instellingen in de consolestructuur wanneer u op een domein gebaseerd groepsbeleid bewerkt via de Console Groepsbeleidsbeheer (GPMC). Het pad is [Naam van groepsbeleidsobject]\Gebruikersconfiguratie\Beleid\Windows-instellingen\Mapomleiding.

Mapomleiding bevat nu de volgende functies:

• U kunt meer gebruikersprofielmappen omleiden dan in eerdere versies van het Windows-besturingssysteem. Het gaat hierbij om de mappen Contactpersonen, Downloads, Favorieten, Koppelingen, Muziek, Opgeslagen spellen, Zoekopdrachten en Video's.
  
  
• U kunt instellingen voor omgeleide mappen toepassen op computers met Windows® 2000, Windows 2000 Server®, Windows XP en Windows Server 2003. U kunt de instellingen die u configureert in Windows Server® 2008 R2, Windows® 7, Windows Server 2008 of Windows Vista® alleen toepassen op computers met die besturingssystemen, of u kunt ze toepassen op computers die ook eerdere Windows-besturingssystemen bevatten. Voor deze eerdere Windows-besturingssystemen kunt u deze instellingen toepassen op mappen die kunnen worden omgeleid. Dit zijn de mappen Application Data, Bureaublad, Mijn documenten, Mijn afbeeldingen en Menu Start . Deze optie is beschikbaar in het dialoogvenster Eigenschappen voor de map op het tabblad Instellingen onder Selecteer de omleidingsinstellingen voor [mapnaam].
  
  
• Er is een optie beschikbaar waarmee u de mappen Muziek, Afbeeldingen en Video's de map Documenten kunt laten volgen. In eerdere versies van het Windows-besturingssysteem dan Windows Vista waren dit submappen van de map Documenten. Door deze optie te configureren lost u problemen op die samenhangen met de verschillen in de naamgeving en de mapstructuur tussen Microsoft Vista en eerdere versies van het Windows-besturingssysteem. Deze optie is beschikbaar in het dialoogvenster Eigenschappen voor de map op het tabblad Doel onder Instellingen.
  
  
• U kunt de map Menu Start omleiden naar een bepaald pad voor alle gebruikers. In Windows XP was het alleen mogelijk om de map Menu Start om te leiden naar een gedeelde doelmap.
  
  

	Opmerking
	Deze voorziening is alleen nieuw voor de map Menu Start. Alle andere mappen die u in Windows Vista en hogere versies kunt omleiden, kunnen ook worden omgeleid naar een bepaald pad voor alle gebruikers.

U kunt de console Groepsbeleidsbeheer gebruiken om mappen om te leiden.

• De gegevens van gebruikers zijn altijd beschikbaar, zelfs wanneer ze zich aanmelden bij verschillende computers in het netwerk.
  
  
• Dankzij de technologie voor offlinebestanden, die standaard is ingeschakeld, is de map zelfs toegankelijk voor gebruikers die geen verbinding hebben met het netwerk. Dat is vooral nuttig voor gebruikers van draagbare computers.
  
  
• Van gegevens die in een netwerkmap zijn opgeslagen, kan een back-up worden gemaakt als onderdeel van routinematig systeembeheer. Dat is veiliger omdat in dat geval geen actie van de gebruiker vereist is.
  
  
• Als u werkt met zwervende gebruikersprofielen, kunt u met Mapomleiding de totale grootte van het zwervende profiel reduceren, zodat aanmelding en afmelding van gebruikers efficiënter verloopt. Wanneer u Mapomleiding gebruikt in combinatie met zwervende profielen, maken de gegevens die met Mapomleiding worden gesynchroniseerd, geen deel uit van het zwervende profiel. Deze gegevens worden met de functie voor offlinebestanden op de achtergrond gesynchroniseerd nadat de gebruiker zich heeft aangemeld. Anders dan bij zwervende gebruikersprofielen hoeft de gebruiker bij het aanmelden en afmelden daarom niet te wachten tot de gegevens zijn gesynchroniseerd .
  
  
• Gegevens die specifiek zijn voor een gebruiker, kunnen worden omgeleid van de harde schijf met de bestanden van het besturingssysteem naar een andere schijf op de lokale computer van de gebruiker. Hierdoor zijn de gegevens van de gebruiker beter beveiligd als het besturingssysteem opnieuw moet worden geïnstalleerd.
  
  
• Beheerders kunnen met Groepsbeleid schijfquota instellen en daarmee de hoeveelheid ruimte beperken die wordt ingenomen door gebruikersprofielmappen.
  
  

Op het tabblad Doel van het dialoogvenster Eigenschappen van de map kunt u een locatie opgeven voor de omgeleide map in het netwerk of in het lokale gebruikersprofiel. U kunt kiezen uit de volgende instellingen:

• Standaard: alle mappen naar dezelfde locatie omleiden. Met deze instelling kunt u de mappen van alle gebruikers omleiden naar dezelfde locatie. Deze instelling geldt voor alle gebruikers die zijn opgenomen in het Groepsbeleidsobject (GPO). Bij het opgeven van de locatie van de doelmap kunt u de volgende opties selecteren:
  
  
  • Voor iedere gebruiker in het hoofdpad een map maken. Met deze optie wordt een map gemaakt met de vorm \\server\share\ [naam van gebruikersaccount]\ [mapnaam]. Elke gebruiker heeft een uniek pad naar diens omgeleide map.
    
    

	Opmerking
	Op het tabblad Instellingen vindt u de optie Omleidingsbeleid ook toepassen op de besturingssystemen Windows 2000, Windows 2000 Server, Windows XP en Windows Server 2003. Deze optie is echter niet beschikbaar voor de map Menu Start.

• Naar de volgende locatie omleiden. Met deze optie wordt een expliciet pad gebruikt naar de omleidingslocatie. Hierdoor kan het voorkomen dat meerdere gebruikers hetzelfde pad naar de omgeleide map delen.
  
  
• Naar de locatie van het lokale gebruikersprofiel omleiden. Met deze optie wordt de locatie van de map omgeleid naar het lokale gebruikersprofiel in de map Gebruikers.
  
  

• Geavanceerd: locaties opgeven voor gebruikersgroepen. Met deze instelling kunt u opgeven dat de map wordt omgeleid op basis van het lidmaatschap van de beveiligingsgroep voor het groepsbeleidsobject.
  
  
• Map Documenten volgen. Deze optie is alleen beschikbaar voor de mappen Muziek, Afbeeldingen en Video's. Met deze optie lost u problemen op die samenhangen met de verschillen in de naamgeving en de mapstructuur tussen Windows 7 en Windows Vista en eerdere versies van het Windows-besturingssysteem. Het is hierbij niet mogelijk om voor deze mappen aanvullende opties te configureren voor omleiding of beleidsverwijdering. Alle instellingen worden overgenomen van de map Documenten.
  
  

	Opmerking
	Van deze werking is ook standaard sprake als u omleidingsopties voor de map Documenten configureert en op het tabblad Instellingen de optie Omleidingsbeleid ook toepassen op de besturingssystemen Windows 2000, Windows 2000 Server, Windows XP en Windows Server 2003 selecteert.

• Niet geconfigureerd. Dit is de standaardinstelling. Met deze instelling wordt aangegeven dat mapomleiding op basis van beleid is verwijderd voor het desbetreffende groepsbeleidsobject. Als er een bestaand omleidingsbeleid is ingesteld, worden mappen omgeleid naar de locatie van het lokale gebruikersprofiel of blijven deze op de huidige locatie, afhankelijk van de omleidingsopties. Er worden geen wijzigingen aangebracht en de map behoudt de huidige locatie.
  
  

Op het tabblad Instellingen van het dialoogvenster Eigenschappen voor een map kunt u de volgende instellingen selecteren:

• De gebruiker exclusieve rechten toewijzen. Dit is de aanbevolen instelling die standaard is ingeschakeld. Hiermee wordt aangegeven dat deze map niet toegankelijk is voor de beheerder en andere gebruikers.
  
  
• De inhoud van [mapnaam] naar de nieuwe locatie verplaatsen. Met deze instelling worden alle gegevens van de gebruiker in de lokale map verplaatst naar de gedeelde map in het netwerk.
  
  
• Omleidingsbeleid ook toepassen op de besturingssystemen Windows 2000, Windows 2000 Server, Windows XP en Windows Server 2003. Als u deze optie selecteert, werkt Mapomleiding onder Windows 7, Windows Vista en eerdere versies van het Windows-besturingssysteem. In eerdere versies van het Windows-besturingssysteem geldt deze optie alleen voor mappen die kunnen worden omgeleid. Het gaat hierbij om de mappen Application Data, Bureaublad, Mijn documenten, Mijn afbeeldingen en Menu Start.
  
  

Opmerking

De Windows Vista-map AppData(Zwerven), die overeenkomt met de map Application Data in eerdere versies van het Windows-besturingssysteem, bevat nu verschillende mappen die voorheen waren opgenomen in de hoofdmap van de map Gebruikersprofiel. In eerdere versies van het Windows-besturingssysteem maakte de map Menu Start geen deel uit van de map Application Data. Als u de instelling Omleidingsbeleid ook toepassen op de besturingssystemen Windows 2000, Windows 2000 Server, Windows XP en Windows Server 2003 inschakelt, is het mogelijk niet handig om alle mappen onder Application Data om te leiden. Bij het selecteren van deze instelling worden de volgende mappen daarom niet automatisch omgeleid door Windows 7 en Windows Vista: Menu Start, Netwerksnelkoppelingen, Printersnelkoppelingen, Sjablonen, Cookies, Sent To. Als u deze instelling niet selecteert, worden alle mappen in de map Application Data automatisch omgeleid in Windows 7 en Windows Vista.

• Beleidsverwijdering. In de volgende tabel wordt een beknopt overzicht gegeven van de werking van omgeleide mappen en de inhoud ervan als het groepsbeleidsobject niet meer geldt. De werking is afhankelijk van de opties die u voor beleidsverwijdering hebt geselecteerd. Op het tabblad Instellingen zijn onder Beleidsverwijdering de volgende opties beschikbaar.
  
  

Optie voor Beleidsverwijdering	Geselecteerde instelling	Resultaat
Map omleiden naar de locatie van het lokale gebruikersprofiel als beleid wordt verwijderd	Ingeschakeld	De map wordt teruggezet naar de locatie van het lokale gebruikersprofiel. De inhoud wordt gekopieerd, niet verplaatst, naar de locatie in het gebruikersprofiel. De inhoud wordt niet verwijderd van de omgeleide locatie. De gebruiker heeft nog steeds toegang tot de inhoud, maar alleen op de lokale computer.
Map omleiden naar de locatie van het lokale gebruikersprofiel als beleid wordt verwijderd	Uitgeschakeld	De map wordt teruggezet naar de locatie van het lokale gebruikersprofiel. De inhoud wordt niet gekopieerd of verplaatst naar de locatie in het gebruikersprofiel. Opmerking Als de inhoud van een map niet wordt gekopieerd naar de gebruikersprofiellocatie, kan de gebruiker die inhoud niet zien.
Map op de nieuwe locatie houden als beleid wordt verwijderd	Ingeschakeld of Uitgeschakeld	De map blijft op de omgeleide locatie staan. De inhoud blijft op de omgeleide locatie staan. De gebruiker heeft nog steeds toegang tot de inhoud van de omgeleide map.