Gebruik dit eigenschappenblad om websites op de IIS-server te maken en te beheren. De instellingen op dit tabblad zijn vergelijkbaar met de instellingen op het tabblad Basismap voor virtuele mappen.

Als u lokale paden of netwerkpaden instelt, kunnen aanvragen naar de juiste fysieke locatie worden omgeleid. U kunt de fysieke locatie verder configureren door toegangsrechten voor gebruikers in te stellen, aan te geven of de aanvragen voor deze bronnen moeten worden geregistreerd en te bepalen of u deze website wilt indexeren met behulp van de Indexing-service. Als u wilt opgeven wanneer de aanvraag wordt ontvangen, moet u toepassingen identificeren en zoeken en de juiste machtigingen voor uitvoeren en beveiligingen toewijzen.

De inhoud voor deze bron dient afkomstig te zijn uit

Met deze instelling kunt u de locatie van de basismap voor deze website definiëren.

Een map die zich op deze computer bevindt

Klik op deze optie als u wilt dat gebruikers toegang hebben tot een bepaalde map op de computer, zodat ze de webinhoud kunnen bekijken of bijwerken. U kunt de mapnaam typen in het tekstvak Lokaal pad. U kunt de toegang tot de inhoud beheren door de gewenste Windows-beveiligingsmethode te implementeren.

Een share op een andere computer

Klik op deze optie als u wilt dat gebruikers de webinhoud kunnen bekijken en bijwerken op een andere computer waarmee een actieve verbinding met deze computer tot stand is gebracht. Als u over beheerdersreferenties beschikt op de externe computer, kunt u de toegang tot de inhoud beheren door de gewenste Windows-beveiligingsmethode te implementeren. Als u deze optie selecteert, kunt u de servernaam en de mapnaam opgeven in het vak Netwerkmap. Klik op Verbinden als als u de naam en het wachtwoord van de netwerkgebruiker wilt wijzigen.

Een omleiding naar een URL

Klik op deze optie als u de clienttoepassing, zoals een webbrowser, wilt omleiden naar een andere website of virtuele map door een URL op te geven in het vak Omleiden naar. Wanneer u deze optie hebt geselecteerd, worden de omleidingsopties vervangen door padopties.

Als u op Een map op deze computer of Een share op een andere computer klikt, zijn de volgende opties beschikbaar.

Lokaal pad

Wanneer de inhoud afkomstig is van een map op deze computer, bevat dit vak het pad naar de map waarin de websitebestanden zijn opgeslagen. Standaard worden deze bestanden opgeslagen in de map systemdrive\inetpub\wwwroot.

Bladeren

Klik hierop om het pad naar de map te zoeken.

Netwerkmap

Wanneer de inhoud afkomstig is van een andere computer op het netwerk, bevat dit vak de computer- en sharenaam van de locatie waar de inhoud is opgeslagen.

Verbinden als

Wanneer de inhoud afkomstig is van een andere computer op het netwerk, klikt u op deze knop om de gebruikersnaam en het wachtwoord op te geven waarmee toegang tot de netwerkshare wordt verkregen.

Toegang tot scriptbron

Schakel dit selectievakje in als u gebruikers toegang wilt verlenen tot de broncode als de machtiging Lezen of Schrijven is ingesteld. Scripts in ASP-toepassingen vallen ook onder de broncode.

Lezen

Schakel dit selectievakje in als gebruikers bestanden of mappen en de bijbehorende eigenschappen kunnen lezen of downloaden.

Write

Schakel dit selectievakje in als gebruikers bestanden en de bijbehorende eigenschappen naar de desbetreffende map op uw server kunnen uploaden of de inhoud kunnen wijzigen in bestanden waarvoor schrijftoegang is ingeschakeld. Schrijftoegang is alleen mogelijk met browsers die ondersteuning bieden voor de PUT-functie van de protocolstandaard HTTP 1.1.

Bladeren door mappen

Schakel dit selectievakje in als gebruikers een hypertext-lijst kunnen bekijken van de bestanden en submappen in deze virtuele map. Aangezien virtuele mappen niet worden weergegeven in mappenlijsten, moeten gebruikers de alias van een virtuele map kennen. Als het selectievakje Bladeren door mappen is uitgeschakeld en de gebruiker geen bestandsnaam opgeeft, wordt met de webserver de fout 'Toegang verboden' naar de webbrowser van de gebruiker verzonden.

Bezoeken in logboek vastleggen

Schakel dit selectievakje in als u de bezoeken aan deze map in IIS wilt vastleggen in een logboekbestand. Bezoeken worden alleen vastgelegd als de logboekfunctie voor deze website is ingeschakeld.

Deze bron indexeren

Schakel dit selectievakje in als deze map door de Microsoft Indexing-service moet worden opgenomen in een tekstindex van uw website.

Opmerking

Voordat u deze optie instelt, moet u de Indexing-service inschakelen via het onderdeel Software in het Configuratiescherm.

Toepassingsnaam

Typ de naam van de hoofdmap die de bestanden en submappen van een toepassing bevat.

Startpunt

Hier wordt het metabaseknooppunt weergegeven waarop de toepassing is geconfigureerd.

Machtigingen tot uitvoeren

Met deze optie bepaalt u welk niveau van programma-uitvoering is toegestaan voor de bronnen van deze site.

  • Stel de machtigingen in op Geen als u alleen de toegang tot statische bestanden wilt beperken, zoals HTML- of afbeeldingsbestanden.

  • Stel de machtigingen in op Scripts als alleen scripts kunnen worden uitgevoerd (geen uitvoerbare bestanden).

  • Stel de machtigingen in op Scripts en uitvoerbare bestanden als u alle beperkingen wilt opheffen, zodat alle bestandstypen toegankelijk zijn of kunnen worden uitgevoerd.

Groep van toepassingen

Klik in de keuzelijst op de groep van toepassingen die aan deze basismap is gekoppeld.

Verwijderen/maken

Klik hierop als u een toepassing wilt verwijderen of een toepassing wilt maken waarbij de virtuele map intact blijft.

Configuratie

Klik hierop als u de toewijzingen, opties en de foutopsporingsfuncties voor toepassingen wilt configureren.

Verwijderen

Klik hierop als u een geïsoleerde toepassing uit het geheugen wilt verwijderen of een groep van toepassingen wilt verwijderen waarnaar niet wordt verwezen door andere toepassingen.

Als u Een omleiding naar een URL selecteert, zijn de volgende opties beschikbaar.

Omleiden naar

Geef de volledige URL op op basis waarvan de inhoud moet worden verzonden.

De exacte URL hierboven

Schakel dit selectievakje in als u een virtuele map wilt omleiden naar de doel-URL zonder bepaalde delen van de oorspronkelijke URL toe te voegen. Met behulp van deze optie kunt u een gehele virtuele map omleiden naar een bestand. Als u bijvoorbeeld /Standaard.htm typt in het tekstvak Omleiden naar en dit selectievakje inschakelt, worden alle aanvragen voor de virtuele map /scripts omgeleid naar het bestand Standaard.htm in de basismap.

Een map onder de ingevoerde URL

Schakel dit selectievakje in als u een bovenliggende map wilt omleiden naar een onderliggende map. Als u bijvoorbeeld /Nwbasis typt in het tekstvak Omleiden naar en dit selectievakje inschakelt, wordt de basismap (aangeduid met /) omgeleid naar een submap met de naam /Nwbasis. Als u dit selectievakje niet inschakelt, wordt de bovenliggende map steeds aan zichzelf toegewezen.

Een permanente omleiding voor deze bron

Schakel dit selectievakje in als u het volgende bericht naar de client wilt verzenden: "301 Permanente omleiding". Omleidingen zijn gewoonlijk tijdelijk. De clientbrowser ontvangt bij tijdelijke omleidingen het volgende bericht: "302 Tijdelijke omleiding". Sommige browsers gebruiken het bericht '301: Permanente omleiding' als signaal om een URL, zoals een bladwijzer, permanent te wijzigen.

Verwante onderwerpen

Zie de onlinedocumentatie bij IIS 6.0 op Microsoft Windows Server TechCenter voor meer informatie over de basismap, variabelen en jokertekens voor omleidingen en het configureren van toepassingen.


Inhoudsopgave