Webservers gebruiken het FastCGI-protocol (Fast Common Gateway Interface) om te communiceren met externe toepassingen; het FastCGI-protocol definieert hoe informatie wordt doorgegeven tussen de webserver en een externe FastCGI-toepassing. Wanneer een aanvraag wordt verzonden, start de webserver een FastCGI-toepassing om de aanvraag te verwerken en dynamische reacties te genereren die naar de client worden teruggezonden.

HTTP-aanvragen worden verwerkt door FastCGI-toepassingen en elke toepassing bestaat uit een verzameling verwerkingsgroepen. Binnen die groepen worden de aanvragen een voor een door de verschillende processen verwerkt. Zodra dit gebeurd is, keert het proces terug naar de groep totdat er een volgende aanvraag wordt ontvangen.

Op de pagina FastCGI-instellingen kunt u de instellingen voor de verwerkingsgroepen configureren voor de FastCGI-toepassingen op uw webserver. U kunt FastCGI-toepassingen toevoegen die moeten worden gebruikt door sites op uw webserver en u kunt configuratie-eigenschappen opgeven, zoals de verwerkingsvariabelen en het maximum aantal aanvragen voor deze toepassingen.

Lijst met elementen van de gebruikersinterface

In de volgende tabellen worden de elementen van de gebruikersinterface beschreven die beschikbaar zijn op de functiepagina en in het deelvenster Acties.

Elementen op de functiepagina

Elementnaam Beschrijving

Volledig pad

Hiermee wordt het fysieke pad weergegeven van het uitvoerbaar proces dat moet worden gebruikt in de verwerkingsgroep.

Argumenten

Hiermee worden de argumenten weergegeven die moeten worden doorgegeven aan de geselecteerde FastCGI-toepassing op het moment dat deze wordt gestart. Deze argumenten kunnen worden gebruikt voor de unieke identificatie van een FastCGI-verwerkingsgroep als er verschillende FastCGI-verwerkingsgroepen bestaan voor één uitvoerbaar proces.

MaxInstances

Het maximum aantal FastCGI-processen dat is toegestaan in de groep van toepassingen voor de geselecteerde FastCGI-toepassing. Dit aantal is tevens het maximum aantal gelijktijdige aanvragen dat de FastCGI-toepassing aankan. De standaardwaarde is 4.

Alleen voor de besturingssystemen van Windows® 7 en Windows Server® 2008 R2, geldt dat wanneer de eigenschap MaxInstances op 0 wordt ingesteld, IIS automatisch het beste aantal FastCGI-processen selecteert voor de huidige uitvoeringsomgeving.

InstanceMaxRequests

Het maximum aantal aanvragen dat de geselecteerde FastCGI-toepassing kan verwerken voordat het proces wordt herhaald. De standaardwaarde is 200.

Elementen in het deelvenster Acties

Elementnaam Beschrijving

Toepassing toevoegen

Hiermee opent u het dialoogvenster FastCGI-toepassingen toevoegen waarin u de algemene en verwerkingseigenschappen kunt configureren.

Bewerken

Hiermee opent u het dialoogvenster FastCGI-toepassingen bewerken waarin u de algemene en verwerkingseigenschappen kunt wijzigen.

Verwijderen

Hiermee wordt de geselecteerde FastCGI-toepassing verwijderd.

Zie ook


Inhoudsopgave