De DHCP-client voor forceren inschakelen en uitschakelen

De DHCP-client voor forceren inschakelen en uitschakelen met de Windows-interface
  1. U opent de console NAP-clientconfiguratie door op Start, Alle programma's en Bureau-accessoires te klikken. Klik vervolgens op Uitvoeren, typ NAPCLCFG.MSC en klik op OK.

  2. Klik op Clients voor forceren.

  3. Klik met de rechtermuisknop op DHCP-client voor forceren en klik vervolgens op Inschakelen of Uitschakelen.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Administrators op de lokale computer of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Als de computer deel uitmaakt van een domein, kan het zijn dat ook leden van de groep Domeinadministrators deze procedure kunnen uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.

De DHCP-client voor forceren inschakelen en uitschakelen met de opdrachtregel
  1. U opent als volgt een opdrachtprompt: klik op Start en klik achtereenvolgens op Alle programma's, Bureau-accessoires en Opdrachtprompt.

  2. U schakelt de DHCP-client voor forceren in of uit met de volgende procedures:

    1. Als u de DHCP-client voor forceren wilt inschakelen, typt u: netsh nap client set enforcement ID = 79617 ADMIN = "ENABLE"

    2. Als u de DHCP-client voor forceren wilt uitschakelen, typt u: netsh nap client set enforcement ID = 79617 ADMIN = "DISABLE"

Aanvullende overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Administrators op de lokale computer of als de juiste bevoegdheid aan u is overgedragen. Als de computer deel uitmaakt van een domein, kan het zijn dat ook leden van de groep Domeinadministrators deze procedure kunnen uitvoeren. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave