Problemen met Services voor NFS oplossen

De gebruiker hoort bij een of meer groepen die niet consistent zijn toegewezen, Active Directory Domain Services is niet beschikbaar of Gebruikersnaamtoewijzing wordt niet uitgevoerd.

Als u wilt zorgen voor een juiste bestandstoegang, controleert u of Windows- en UNIX-groepen die aan elkaar zijn toegewezen in Active Directory Domain Services of Gebruikersnaamtoewijzing dezelfde gebruikers bevatten, en of de leden van de Windows- en UNIX-groepen juist aan elkaar zijn toegewezen. Zorg er ook voor dat Active Directory Domain Services toegankelijk is of dat de service Gebruikersnaamtoewijzing wordt uitgevoerd op de aangewezen server

Opzoeken in Active Directory of Gebruikersnaamtoewijzing is niet juist geconfigureerd voor gebruik met deze computer.

Als u Opzoeken in Active Directory gebruikt, controleert u of Services voor NFS wijst naar het juiste Active Directory-domein.

Als u Gebruikersnaamtoewijzing gebruikt, controleert u of in het bestand .maphosts op de computer waarop Gebruikersnaamtoewijzing wordt uitgevoerd, de namen of IP-adressen zijn opgegeven van computers die gebruikersaccounts kunnen toewijzen met behulp van Gebruikersnaamtoewijzing. Als gebruikers tijdelijk geen toegang kunnen krijgen tot NFS-bronnen en het probleem niet wordt opgelost met het configureren van het bestand .maphosts, is het mogelijk dat te veel clientcomputers tegelijk toegang proberen te krijgen tot Gebruikersnaamtoewijzing.

De NFS-client ondersteunt NFS versie 3 niet of Server voor NFS is niet geconfigureerd voor ondersteuning van NFS 3. Bovendien heeft de discretionaire toegangsbeheerlijst (DACL) die de gedeelde map beschermt geen vermelding voor Iedereen, en dus wordt de toegangsmodusbit voor Overig gerapporteerd als 0. Aangezien NFS 2-clients vertrouwen op mapmodusinstellingen in plaats van dat ze een afzonderlijke toegangscontrole uitvoeren voor de gedeelde map, mislukt de toegangspoging onterecht.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

• Voeg aan de DACL die de gedeelde map beschermt een vermelding toe die Iedereen leestoegang of lees- en schrijftoegang verleent.
  
  
• Controleer of de NFS-client NFS 3 ondersteunt en schakel NFS 3-ondersteuning door Server voor NFS in.
  
  

Verificatie is niet op de juiste wijze geconfigureerd.

Controleer of toewijzingen juist zijn ingesteld in Active Directory Domain Services of Gebruikersnaamtoewijzing en of Server voor NFS juist is geconfigureerd voor het gebruik van Active Directory opzoeken of Gebruikersnaamtoewijzing. Controleer ook of alle domeincontrollers juist zijn geconfigureerd.

Als u Gebruikersnaamtoewijzing gebruikt, hebben Gebruikersnaamtoewijzing en Server voor NFS de gegevens van de NIS-server (Network Information Service) nog niet vernieuwd. Standaard vernieuwt Gebruikersnaamtoewijzing de gegevens van NIS eenmaal per uur en vernieuwt Server voor NFS de gegevens van Gebruikersnaamtoewijzing eenmaal per uur.

De nieuwe gebruiker moet minimaal twee uur wachten voordat deze probeert toegang te krijgen tot bestanden op Server voor NFS of probeert deze te maken, of voordat de beheerder van de computer waarop Gebruikersnaamtoewijzing wordt uitgevoerd, de toewijzingsdatabase kan vernieuwen.

Volgens de bestandsmachtigingen of -kenmerken is schrijftoegang tot het bestand of de map hiervan niet toegestaan.

Als de map het eigendom is van de groep Administrators, maakt u een afzonderlijk gebruikersaccount voor de eigenaar van de map. Zorg ervoor dat het UNIX-account van de gebruiker wordt toegewezen aan een geldig Windows-account en dat volgens de NTFS-bestandssysteemmachtigingen van de map en het bestand schrijftoegang tot het Windows-gebruikersaccount is toegestaan. Zorg ervoor dat het alleen-lezen kenmerk niet wordt ingesteld voor het bestand of de map.

EUC-set (Extended UNIX Character, uitgebreid UNIX-teken) is niet ingeschakeld.

Configureer de gedeelde bron voor het gebruik van de juiste tekencodering.

De clusterservice wordt niet uitgevoerd, werd niet uitgevoerd toen Server voor NFS werd gestart, of is mislukt nadat Server voor NFS werd gestart.

Zet alle gedeelde NFS-bronnen die het eigendom zijn van het knooppunt offline of verplaats de clustergroepen met de gedeelde NFS-bronnen naar een ander knooppunt. Stop Server voor NFS, start eventueel de clusterservice en start Server voor NFS vervolgens opnieuw. Zet de gedeelde NFS-bronnen weer online of plaats de clustergroepen terug op het knooppunt.

Dat hoort zo. Wanneer een gedeelde NFS-bron online is op een clusterknooppunt, wordt Server voor NFS automatisch opnieuw gestart door de clusterservice om de gedeelde bronnen online te houden.

Voordat u Server voor NFS stopt op een serverclusterknooppunt, zet u alle gedeelde NFS-bronnen die het eigendom zijn van het knooppunt offline of verplaatst u de clustergroepen met gedeelde NFS-bronnen naar een ander knooppunt.

Er bestaat al een gedeelde NFS-bron met dezelfde alias of hetzelfde pad op het knooppunt.

Zorg ervoor dat het gedeelde pad en de gedeelde alias uniek zijn voor het hele cluster. Voorkom ook dat er niet-geclusterde gedeelde NFS-bronnen voorkomen op een serverclusterknooppunt.

Aangezien de gebruiker die de clusterservice heeft geïnstalleerd geen leesmachtiging heeft voor de gedeelde map, kan het pad niet worden geverifieerd.

Verleen leestoegang tot de map aan de gebruiker die de clusterservice heeft geïnstalleerd.

Aangezien de schijfbron met de gedeelde map offline is, kan de clusterservice het pad van de share niet verifiëren.

Zet de schijfbron online en zet vervolgens de gedeelde NFS-bron online. Het is aan te raden de gedeelde NFS-bron afhankelijk te maken van de schijfbron met de gedeelde map.

De schijf is niet toegankelijk wegens een hardwarefout.

Zet de gedeelde NFS-bronnen op de schijf offline. Zorg ervoor dat de schijf toegankelijk is vanaf alle clusterknooppunten en zet de gedeelde NFS-bronnen vervolgens online.

Er bevindt zich een groot aantal submappen onder een alleen-submappen share, en er treedt een time-out op voor de bron voordat alle shares kunnen worden gemaakt wanneer de bron online wordt gezet.

Verhoog het time-outinterval voor de bron.

De opgegeven map bestaat niet.

Controleer of de map bestaat en of het pad juist is.

De gedeelde bron is online.

Zet de gedeelde bron offline, breng de gewenste aanpassingen aan en zet de gedeelde bron vervolgens online.

Aangezien de schijfbron met de gedeelde map offline is, kan de clusterservice het pad van de share niet verifiëren.

Zet de schijf online, breng de gewenste aanpassingen in de gedeelde NFS-bron aan en zet de gedeelde NFS-bron vervolgens online.

Server voor NFS is niet ingesteld voor het gebruik van de juiste server voor Gebruikersnaamtoewijzing.

Zorg ervoor dat de opgegeven server voor Gebruikersnaamtoewijzing geldig is. Als de server voor Gebruikersnaamtoewijzing zich op een servercluster bevindt, controleert u of aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• Gebruikersnaamtoewijzing is geïnstalleerd op alle clusterknooppunten
  
  
• Gebruikersnaamtoewijzing-gegevens worden gerepliceerd naar alle knooppunten in het cluster
  
  
• Server voor NFS gebruikt de naam van een netwerknaamclusterbron als de server voor Gebruikersnaamtoewijzing, en niet localhost of de naam van een van de clusterknooppunten
  
  

Server voor NFS heeft geen bijgewerkte toewijzingen ontvangen van de toewijzingsserver. Als Server voor NFS en Gebruikersnaamtoewijzing zich op verschillende computers bevinden, gebeurt dit elke 30 minuten.

Zorg ervoor dat Server voor NFS de toewijzingen vernieuwt door een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Gebruik de opdracht nfsadmin server om een bewerking uit te voeren, bijvoorbeeld door een waarde in te stellen op de huidige waarde.
  
  
• Start Server voor NFS opnieuw.
  
  

Accountwijzigingen op de Windows-domeincontroller of de NIS-server (Network Information Service) zijn niet ontvangen door Gebruikersnaamtoewijzing.

Zorg ervoor dat Server voor NFS de toewijzingen vernieuwt door een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Klik in Services voor NFS op Server voor NFS en klik vervolgens op Toepassen.
  
  
• Gebruik de opdracht nfsadmin server om een bewerking uit te voeren, bijvoorbeeld door een waarde in te stellen op de huidige waarde.
  
  
• Start Server voor NFS opnieuw.
  
  

Lokale accounts op een clusterknooppunt zijn toegewezen aan UNIX-gebruikersaccounts. Lokale accounts zijn niet geldig op alle knooppunten in een cluster.

Zorg ervoor dat alle Windows-accounts die zijn toegewezen aan UNIX-accounts op Gebruikersnaamtoewijzing die wordt uitgevoerd op een cluster, Windows-domeinaccounts zijn.

De passwd- en de groepsbestanden bevinden zich niet op dezelfde locatie op alle knooppunten van het cluster, of op een netwerkstation.

Zorg ervoor dat de passwd- en groepsbestanden identiek zijn en dat deze zich op identieke locaties bevinden op lokale schijven van alle knooppunten.

De Server voor NFS-server wordt niet vermeld in de lijst met toegestane clients voor de server voor Gebruikersnaamtoewijzing.

Zorg ervoor dat de .maphosts-bestanden op alle clusterknooppunten van de server voor Gebruikersnaamtoewijzing identiek zijn om het knooppunt waarop Server voor NFS wordt uitgevoerd toe te staan toewijzingen te verkrijgen van de server voor Gebruikersnaamtoewijzing.

Er is een fout opgetreden voor de server waarop Gebruikersnaamtoewijzing wordt uitgevoerd.

Corrigeer de oorzaak van de fout en start Gebruikersnaamtoewijzing vervolgens opnieuw op de server.

Een Windows-account dat is toegewezen aan een UNIX-account, is uitgeschakeld of bestaat niet meer.

Als het Windows-account wel bestaat maar is uitgeschakeld, schakelt u dit in. Als het account niet bestaat, maakt u een nieuw account en maakt u desgewenst de corresponderende geavanceerde toewijzing opnieuw.

Aan een Windows-gebruikersaccount zijn niet de referenties verleend die nodig zijn voor aanmelding bij het netwerk.

Verleen de vereiste referenties aan het Windows-gebruikersaccount en zorg er vervolgens voor dat Server voor NFS de toewijzingen vernieuwt door een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Gebruik de opdracht nfsadmin server om een bewerking uit te voeren, bijvoorbeeld door een waarde in te stellen op de huidige waarde.
  
  
• Start Server voor NFS opnieuw.
  
  

Windows- en UNIX-groepen die aan elkaar zijn toegewezen, bevatten niet dezelfde leden.

Zorg ervoor dat alle Windows-gebruikers in een groep zijn toegewezen aan UNIX-gebruikers in de corresponderende UNIX-groep, en dat alle UNIX-gebruikers in een groep zijn toegewezen aan gebruikers in de corresponderende Windows-groep.

Gebruikersnaamtoewijzing-instellingen worden niet juist gerepliceerd op alle knooppunten in een servercluster.

Zorg ervoor dat Gebruikersnaamtoewijzing op een servercluster zodanig is geconfigureerd dat replicatie op alle knooppunten is toegestaan.

Server voor NFS is niet geïnstalleerd op het knooppunt.

Installeer Server voor NFS op het knooppunt.

Het knooppunt is niet geconfigureerd als de voorkeureigenaar van de groep.

Configureer de eigenschappen van de groep zodanig dat het knooppunt de voorkeureigenaar van de groep is.

Voor een van de bronnen in de groep wordt het knooppunt niet vermeld als mogelijke eigenaar, terwijl het wel wordt vermeld als voorkeureigenaar.

Configureer de eigenschappen van de bron zodanig dat het knooppunt wordt vermeld als mogelijke eigenaar.

Dat hoort zo. Er wordt op een knooppunt maar een exemplaar van Server voor NFS uitgevoerd dat alle shares op dat knooppunt opsomt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gedeelde bronnen uit verschillende clustergroepen.

Houd verschillende groepen aan op verschillende knooppunten.

Voor de gedeelde bron is toegang tot de hoofdmap niet ingeschakeld.

Klik met de rechtermuisknop op de gedeelde map, klik achtereenvolgens op Eigenschappen, NFS Bronnen delen, Machtigingen en Toegang tot hoofdmap toestaan.

Op de computer vanaf welke de hoofdgebruiker probeert toegang te krijgen tot de gedeelde bron, is toegang tot de hoofdmap niet toegestaan.

Klik met de rechtermuisknop op de gedeelde map, klik op Eigenschappen, klik op Machtigingen en voer een van de volgende handelingen uit:

• Verleen toegang tot de hoofdmap aan ALLE COMPUTERS.
  
  
• Verleen toegang tot de hoofdmap aan een clientgroep die de computer bevat.
  
  
• Verleen toegang tot de computer zelf.
  
  

De hoofdgebruiker heeft geen lees- en schrijfmachtiging.

Verleen de vereiste machtigingen aan de Windows-gebruiker die is toegewezen aan de hoofdgebruiker. Klik met de rechtermuisknop op de gedeelde map, klik op Eigenschappen, klik op Machtigingen en klik vervolgens op Toegang tot hoofdmap toegestaan.

Het hoofdgebruikersaccount is niet juist toegewezen aan een Windows-gebruikersaccount.

Wijs de hoofdgebruiker toe aan een Windows-account in de groep Administrators of Domeinadministrators, en wijs de groep van de hoofdgebruiker toe aan dezelfde Windows-groep.

Server voor NFS heeft geen bijgewerkte toewijzingen ontvangen van Gebruikersnaamtoewijzing.

Zorg ervoor dat Server voor NFS de toewijzingen vernieuwt door een van de volgende handelingen uit te voeren:

• Gebruik de opdracht nfsadmin server om een bewerking uit te voeren, bijvoorbeeld door een waarde in te stellen op de huidige waarde.
  
  
• Start Server voor NFS opnieuw.
  
  

De gebruikers-id (UID) van de hoofdgebruiker is niet 0. Server voor NFS verleent alleen toegang tot de hoofdmap aan UNIX-gebruikers met een UID van 0.

Wijzig de UID van de hoofdgebruiker in 0.

Lokaal beveiligingsbeleid is niet zo ingesteld dat Iedereen-machtigingen kunnen worden toegepast op anonieme gebruikers (de standaardinstelling).

Gebruik het lokaal-beveiligingsbeleidbeheer om Netwerktoegang: machtigingen voor Iedereen toepassen op anonieme gebruikers in te schakelen bij Beveiligingsopties in Lokaal beleid.