Gegevensverzamelaarsets maken naast optionele rapportbestanden een onbewerkt logboekgegevensbestand. Met Gegevensbeheer kunt u configureren hoe logboekgegevens, rapporten en gecomprimeerde gegevens voor elke gegevensverzamelaarset worden opgeslagen.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de lokale groep Prestatielogboekgebruikers, Administrators of een vergelijkbare groep.

Opmerking

Aan de groep Prestatielogboekgebruikers moet het gebruikersrecht Aanmelden als batchgebruiker worden toegewezen, zoals wordt beschreven in Logboekregistratie inschakelen voor leden van de groep Prestatielogboekgebruikers.

Opmerking

Als u hebt opgegeven dat de gegevensverzamelaarset moet worden uitgevoerd als een andere gebruiker, wordt u gevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord op te geven, telkens wanneer u de eigenschappen van de gegevensverzamelaarset wijzigt.

Gegevensbeheer configureren voor een gegevensverzamelaarset
  1. Vouw Gegevensverzamelaarsets uit in Windows Prestatiemeter en klik op Gedefinieerd door de gebruiker.

  2. Klik in het consolevenster met de rechtermuisknop op de naam van de gegevensverzamelaarset die u wilt configureren en klik op Gegevensbeheer.

  3. Op het tabblad Gegevensbeheer kunt u de standaardwaarden accepteren of wijzigingen aanbrengen overeenkomstig uw beleid voor het bewaren van gegevens. Zie de onderstaande tabel voor informatie over elke optie.

    • Wanneer Minimale vrije schijfruimte of Maximum aantal mappen is geselecteerd, worden eerder opgeslagen gegevens verwijderd overeenkomstig het door u gekozen Bronbeleid (Grootste verwijderen of Oudste verwijderen) wanneer de limiet wordt bereikt.

    • Wanneer Beleid toepassen voordat de gegevensverzamelaarset start is geselecteerd, worden eerder opgeslagen gegevens overeenkomstig uw selecties verwijderd voordat het volgende logboekbestand wordt gemaakt door de gegevensverzamelaarset.

    • Wanneer Maximumgrootte van basispad is geselecteerd, worden eerder opgeslagen gegevens overeenkomstig uw selecties verwijderd wanneer de bestandsgroottelimiet van het basislogboek wordt bereikt.

  4. Klik op het tabblad Acties. U kunt de standaardwaarden accepteren of wijzigingen aanbrengen. Zie de onderstaande tabel voor informatie over elke optie.

    Opmerking

    Via mapacties kunt u opgeven hoe gegevens worden gearchiveerd voordat deze permanent worden verwijderd. U kunt de limieten van Gegevensbeheer uitschakelen en alle gegevens beheren volgens deze mapactieregels.

  5. Klik op OK als u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht.

Eigenschappen van Gegevensbeheer

Optie Definitie

Minimale vrije schijfruimte

De hoeveelheid schijfruimte die beschikbaar moet zijn op het station waar de logboekgegevens worden opgeslagen. Als u deze optie selecteert, worden eerder opgeslagen gegevens overeenkomstig het door u gekozen bronbeleid verwijderd wanneer de limiet wordt bereikt.

Maximum aantal mappen

Het aantal submappen dat de gegevensmap Gegevensverzamelaarset kan bevatten. Als u deze optie selecteert, worden eerder opgeslagen gegevens overeenkomstig het door u gekozen bronbeleid verwijderd wanneer de limiet wordt bereikt.

Bronbeleid

Hier geeft u op of het oudste of het grootste logboekbestand moet worden verwijderd wanneer de limiet wordt bereikt.

Maximumgrootte van basispad

De maximumgrootte van de gegevensmap voor de gegevensverzamelaarset, inclusief alle submappen. Als u deze optie selecteert, overschrijft de maximumgrootte van het pad de limieten voor Minimale vrije schijfruimte en Maximum aantal mappen en worden eerdere gegevens overeenkomstig het door u gekozen bronbeleid verwijderd wanneer de limiet wordt bereikt.

Eigenschappen van acties

Optie Definitie

Leeftijd

De leeftijd van het gegevensbestand in dagen of weken. Als de waarde 0 is, wordt dit criterium niet gebruikt.

Grootte

De grootte, in megabytes (MB), van de map waar de logboekgegevens zijn opgeslagen. Als de waarde 0 is, wordt dit criterium niet gebruikt.

CAB-bestand

Een CAB-bestand is een archiefbestand. CAB-bestanden kunnen worden gemaakt aan de hand van onbewerkte logboekgegevens en indien nodig later worden uitgepakt. Kies Maken of Verwijderen om actie te ondernemen op basis van leeftijds- of groottecriteria.

Gegevens

Onbewerkte logboekgegevens die zijn verzameld door de gegevensverzamelaarset. Nadat een CAB-bestand is gemaakt, kunnen logboekgegevens worden verwijderd om schijfruimte vrij te maken, terwijl er toch een back-up van de oorspronkelijke gegevens bewaard blijft.

Rapport

Het rapportbestand dat door Windows Prestatiemeter wordt gegenereerd aan de hand van onbewerkte logboekgegevens. Rapportbestanden kunnen ook worden bewaard nadat u de onbewerkte gegevens of het CAB-bestand hebt verwijderd.

Aanvullende overwegingen

  • Klik op Start, klik in het vak Zoekopdracht starten, typ perfmon en druk op ENTER om Windows Prestatiemeter te openen.

Aanvullende naslaginformatie