Als u deze functie wilt gebruiken, moet de Remote Registry-service zijn ingeschakeld op de externe computer. Zie De Remote Registry-service inschakelen voor meer informatie.

U moet toegang hebben tot Remote Registry of lid zijn van de groep Administrators op de externe computer om deze procedure te kunnen uitvoeren.

Met de Windows-interface

Een externe computer opnieuw opstarten of afsluiten en de reden vastleggen met de Windows-interface
  1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's, Bureau-accessoires en Opdrachtprompt.

  2. Typ shutdown /i als u Externe computers afsluiten (Shutdown.exe) wilt weergeven.

  3. Klik onder Computers op Toevoegen om computernamen toe te voegen of klik op Bladeren om het dialoogvenster Computers zoeken te openen.

  4. Klik onder Kies een optie op Opnieuw starten of Afsluiten.

  5. Selecteer in de lijst de desbetreffende reden voor het opnieuw opstarten of het afsluiten.

    Opmerking

    Als u een opmerking moet opgeven, is de knop OK pas beschikbaar als u ten minste één teken in het tekstvak hebt getypt.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt een opdrachtprompt ook starten door te klikken op Start, in het vak Zoeken te klikken, cmd te typen en op ENTER te drukken.

  • Als u informatie wilt vastleggen met Afsluitgebeurtenis afsluiten, moet de Remote Registry-service zijn ingeschakeld op de externe computer.

  • Als u een externe computer wilt afsluiten of opnieuw wilt opstarten, moeten de firewall-uitzonderingen Extern beheer en Windows Management Instrumentation zijn ingeschakeld op de externe computer.

Aanvullende naslaginformatie

Met een opdrachtregel

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators of een vergelijkbare groep op de externe computer.

Een externe computer opnieuw opstarten of afsluiten en de reden vastleggen met de opdrachtregel
  1. Klik achtereenvolgens op Start, Alle programma's, Bureau-accessoires en Opdrachtprompt.

  2. Typ shutdown /[r|s] /m \\Computernaam /c "Opmerking" /d [u|p] <xx>:<yy> en druk op ENTER.

Waarde Beschrijving

/r

Hiermee wordt de externe computer opnieuw opgestart.

/s

Hiermee wordt de externe computer afgesloten.

/m \\Computernaam

Hiermee geeft u de doelcomputer op.

/c "Opmerking"

Hiermee geeft u een gedetailleerde opmerking voor de reden voor het afsluiten. U kunt voor het bericht maximaal 511 tekens gebruiken. Plaats de opmerking tussen aanhalingstekens.

/d [u|p] xx:yy

Hiermee wordt de reden weergegeven voor het opnieuw starten of afsluiten van de computer. Hierbij geeft xx een primaire redencode aan tussen 0 en 255, en geeft yy een secundaire redencode aan tussen 0 en 65.535.

/force

Hiermee wordt de computer geforceerd afgesloten wanneer andere gebruikers zijn aangemeld. Als deze optie niet wordt gebruikt en andere gebruikers zijn aangemeld bij de externe computer, kan de computer niet worden afgesloten of opnieuw worden opgestart.

Belangrijk

Als u afsluiten of opnieuw opstarten afdwingt, krijgen aangemelde gebruikers niet de gelegenheid om hun werk op te slaan.

/t xxx

Hiermee wordt de time-outperiode voor het afsluiten of opnieuw opstarten van het systeem ingesteld op xxx seconden. Het geldige bereik is 0-600, met een standaardwaarde van 30. Het gebruik van de markering /t impliceert de optie /force.

Typ shutdown /? bij de opdrachtprompt voor meer informatie over de opdracht shutdown en extra opties.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt een opdrachtprompt ook starten door te klikken op Start, in het vak Zoekopdracht starten te klikken, cmd te typen en op ENTER te drukken.

  • Als u informatie wilt vastleggen met Afsluitgebeurtenis afsluiten, moet de Remote Registry-service zijn ingeschakeld op de externe computer.

  • Als u een externe computer wilt afsluiten of opnieuw wilt opstarten, moeten de firewall-uitzonderingen Extern beheer en Windows Management Instrumentation zijn ingeschakeld op de externe computer.

Aanvullende naslaginformatie