Gebruik dit dialoogvenster om opties voor de DHCP Relay-agent voor een opgegeven interface te configureren.
Onderdeel van dialoogvenster | Beschrijving |
---|---|
DHCP-pakketten doorgeven |
Hiermee geeft u op of DHCP-berichten worden doorgegeven van DHCP-clients op het subnet waaraan deze interface is gekoppeld. Nadat u dit selectievakje hebt ingeschakeld, moet u ten minste één DHCP-serveradres configureren in Eigenschappen voor DHCP Relay-agent. U opent dit dialoogvenster door met de rechtermuisknop op DHCP Relay-agent te klikken en vervolgens op Eigenschappen te klikken. |
Drempelwaarde voor aantal hops |
Het maximumaantal DHCP Relay-agenten dat via DHCP doorgegeven verkeer verwerkt. U kunt ook op de pijlen klikken om een nieuwe instelling te selecteren. De standaardwaarde is 4 hops. De maximumwaarde is 16 hops. |
Drempelwaarde voor opstarten (seconden) |
Het aantal seconden dat door de relay-agent wordt gewacht voordat DHCP-berichten worden doorgestuurd. U kunt ook op de pijlen klikken om een nieuwe instelling te selecteren. De standaardwaarde is 4 seconden. Deze optie is handig wanneer u wilt instellen dat er eerst moet worden gereageerd door een lokale DHCP-server en berichten moeten worden doorgestuurd naar een externe DHCP-server als de lokale DHCP-server niet reageert. |