In dit onderwerp wordt beschreven hoe u modules en hulpprogramma's die als onderdeel van Hulpprogramma's voor het beheren van externe servers zijn geïnstalleerd opent en gebruikt voor het beheer van functies en onderdelen die op andere servers zijn geïnstalleerd.

Modules voor extern beheer openen

Voer de volgende stappen uit om een module te openen die als onderdeel van Hulpprogramma's voor het beheren van externe servers is geïnstalleerd.

Een module voor extern beheer openen
  1. Klik op Start, wijs Systeembeheer aan en klik vervolgens op de module die u wilt openen.

  2. Selecteer de computer waarop u functies, functieservices of onderdelen wilt beheren door gebruik te maken van de juiste opdracht, hetzij in het menu Actie, hetzij in het deelvenster Acties. Deze opdracht heet gewoonlijk Verbinding met andere computer maken of iets dergelijks. In veel modules kunt u de opdracht Verbinding met andere computer maken selecteren door met de rechtermuisknop op het bovenste knooppunt in het venster met de boomstructuur voor de module te klikken en vervolgens op Verbinding met andere computer maken te klikken.

  3. Voer een van de volgende handelingen in het dialoogvenster Computer selecteren uit:

    • Geef de naam of het IP-adres op van een computer waarop Windows Server 2003, Windows Server® 2008 of Windows Server 2008 R2 wordt uitgevoerd en waarop de functie die of het onderdeel dat u wilt beheren is geïnstalleerd.

    • Klik op Bladeren om de computer te selecteren waarop de functie die of het onderdeel dat u wilt beheren is geïnstalleerd.

  4. Klik op OK om het dialoogvenster Computers zoeken te sluiten.

  5. Klik op OK om het dialoogvenster Computer selecteren te sluiten.

Zie de Help voor de functie die of het onderdeel dat u extern wilt beheren voor informatie over specifieke taken en beheeroverwegingen. Als u in een module werkt, drukt u op F1 om de Help voor die module te openen.

Zie ook