Een scanproces is een regel of verzameling instructies waarmee wordt gedefinieerd hoe een document wordt gescand, op welke locatie of bij welke gebruiker in uw netwerk het gescande document wordt afgeleverd, en welke gebruikers en groepen de regel op hun gescande documenten mogen toepassen. In wezen wordt een documentwerkstroom met een scanproces geautomatiseerd.

Een scanproces wordt door een gebruiker geselecteerd op het bedieningspaneel van een scanner waarop WSD (Web Services on Devices) wordt ondersteund op het moment dat het document wordt gescand. Het scanproces wordt vervolgens door de scanserver uitgevoerd en de resultaten worden op de scanner weergegeven.

Verwerking van gescande documenten

In een scanproces kan zijn opgegeven hoe een document wordt gescand. Tot de scaninstellingen behoren de resolutie-instelling, de instelling voor de kleurindeling en het bestandstype. Deze instellingen worden als onderdeel van de scanprocesregels gedefinieerd. Deze instellingen kunnen bovendien worden gevalideerd zodat u zeker weet dat de instellingen compatibel zijn met de scanner die aan een bepaald scanproces is gekoppeld. Een gebruiker kan scaninstellingen op de scanner negeren, mits dit in het scanproces is gedefinieerd.

Aflevering van gescande documenten

In een scanproces kan de locatie zijn opgegeven waarnaar gescande documentafbeeldingen moeten worden verzonden: een gedeelde map op een netwerk, een Windows SharePoint-website, e-mailgeadressererden of een combinatie van deze mogelijkheden.

Active Directory-communicatie

Scanprocesgegevens worden opgeslagen in AD DS (Active Directory Domain Services). Wanneer u een nieuw scanproces maakt met de wizard Scanproces toevoegen of wanneer u een bestaand scanproces wijzigt met de module Scanbeheer, worden de bijbehorende gegevens opgeslagen in AD DS.

Wanneer een gebruiker zich heeft aangemeld op een scanner waarop WSD is ingeschakeld en de gebruikersreferenties zijn geverifieerd, worden de scanprocessen die voor deze gebruiker zijn gemaakt en die door deze gebruiker mogen worden toegepast uit AD DS opgehaald en op het bedieningspaneel van de scanner weergegeven.

Overwegingen met betrekking tot beveiliging

Scanprocessen die vanaf scanners worden verzonden kunnen worden uitgevoerd op een scanserver die in geverifieerde en niet-geverifieerde modus wordt uitgevoerd. In geverifieerde modus wordt een certificaat voor serververificatie gebruikt om met behulp van het SSL-protocol (Secure Sockets Layer) via een HTTPS-verbinding met scanners te communiceren om netwerkverkeer te versleutelen. In niet-geverifieerde modus wordt geen certificaat gebruikt en worden niet-geverifieerde scanprocessen van alle scanners door de scanserver geaccepteerd.

Wanneer een storing optreedt in een scanserver die in niet-geverifieerde modus wordt uitgevoerd, waarbij scanprocessen van niet-geverifieerde scanners worden uitgevoerd, resulteert dit in een wachtrij met scanprocessen voor de scanner nadat deze opnieuw is opgestart. Als u de scanserver opnieuw opstart en deze vervolgens met de wizard Scanserver configureren zo configureert dat deze in geverifieerde modus wordt uitgevoerd, blijft de scanserver niet-geverifieerde scanprocessen verwerken totdat de scanwachtrij leeg is.