Met Share- en opslagbeheer kunt u configureren of bestanden en programma's in een gedeelde map of een gedeeld volume offline beschikbaar zijn, en de manier waarop dit gebeurt. Gebruikers kunnen de functie Offlinebestanden op hun clientcomputer gebruiken om te werken met gedeelde mappen die op een server zijn opgeslagen, zelfs wanneer zij niet met het netwerk zijn verbonden. Om gedeelde netwerkmappen offline beschikbaar te maken, wordt door de functie Offlinebestanden een versie van de gedeelde mappen op een gereserveerde locatie (een lokale cache) op de schijf van de computer van de gebruiker opgeslagen.

U kunt Share- en opslagbeheer ook gebruiken om BranchCache in gedeelde mappen in te schakelen. Het onderdeel BranchCache in Windows® 7 of Windows Server 2008 R2 maakt het mogelijk dat computers in een filiaal bestanden die uit deze gedeelde map worden gedownload in een cache plaatsen en andere computers in het filiaal vervolgens van deze bestanden voorzien.

Belangrijk

Wanneer u een gedeelde map maakt, wordt offlinebeschikbaarheid standaard toegestaan. Dit betekent dat veilige mappen offline kunnen worden opgeslagen op computers die mogelijk onvoldoende zijn beveiligd. Voor de beste beveiliging moet u gebruikers niet toestaan bestanden offline op te slaan. Als u dit toch doet, overweeg dan om het besturingssysteemvolume te versleutelen met Windows® BitLocker™-stationsversleuteling. Zie de pagina met informatie over BitLocker-stationsversleuteling op de Microsoft-website (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=140356 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie.

Offline-instellingen configureren

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Administrators of een vergelijkbare groep. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor details over het gebruik van de juiste accounts en groepslidmaatschappen.

Offline-instellingen voor een gedeelde map configureren
  1. Klik bij Protocol: SMB op het tabblad Shares met de rechtermuisknop op de gedeelde map waarvoor u offline-instellingen wilt configureren en klik vervolgens op Eigenschappen.

  2. Klik op Geavanceerd op het tabblad Delen.

  3. Configureer de offlinebeschikbaarheidsopties naar wens op het tabblad Cache en klik op OK.

Offlinebeschikbaarheidsopties

Voor elke gedeelde map kunt u een van de volgende offlinebeschikbaarheidsopties selecteren:

  • Alleen de bestanden en programma's die gebruikers opgeven, zullen offline beschikbaar zijn Dit is de standaardoptie bij het instellen van een gedeelde map. Wanneer deze optie is gekozen, zijn er standaard geen bestanden of programma's offline beschikbaar, en bepalen de gebruikers tot welke bestanden en programma's ze toegang willen hebben wanneer ze niet zijn verbonden met het netwerk.

    • BranchCache inschakelen maakt het mogelijk dat computers in een filiaal bestanden die uit deze gedeelde map worden gedownload in een cache plaatsen en andere computers in het filiaal vervolgens van deze bestanden voorzien.

  • Er zijn geen bestanden of programma's offline beschikbaar Met deze optie wordt het maken van kopieën van de bestanden en programma's op de gedeelde map door de functie Offlinebestanden op de clientcomputers verhinderd.

  • Alle bestanden en programma's die gebruikers vanaf de share openen zullen automatisch offline beschikbaar zijn. Wanneer een gebruiker naar de gedeelde map of het gedeelde volume gaat en hierop een bestand of programma opent, wordt het desbetreffende bestand of programma automatisch voor die gebruiker offline beschikbaar gesteld. Bestanden en programma's die automatisch offline beschikbaar worden gesteld, blijven in de cache met offlinebestanden staan en worden gesynchroniseerd met de versie op de server totdat de cache vol raakt of de gebruiker de bestanden verwijdert. Bestanden en programma's die niet worden geopend, worden niet offline beschikbaar gesteld.

    Als u het selectievakje Optimaliseren voor prestatie inschakelt, worden uitvoerbare bestanden (EXE, DLL) die vanaf de gedeelde map door een clientcomputer worden uitgevoerd, automatisch in de cache geplaatst op de desbetreffende clientcomputer. Wanneer de clientcomputer dezelfde uitvoerbare bestanden later opnieuw moet uitvoeren, worden deze geopend vanuit de lokale cache in plaats van de gedeelde map op de server. Deze optie komt vooral van pas voor bestandsservers waarop toepassingen worden ondergebracht, omdat hiermee het netwerkverkeer wordt verminderd en de schaalbaarheid van de server wordt verbeterd.

    Opmerking

    Bestanden en programma's kunnen alleen automatisch in de cache worden geplaatst als de functie Offlinebestanden op de clientcomputer is ingeschakeld. De optie Optimaliseren voor prestatie heeft bovendien geen invloed op de werking van clientcomputers waarop Windows Vista of een recenter besturingssysteem is geïnstalleerd.

Aanvullende overwegingen

  • Klik op Start, wijs Systeembeheer aan en klik vervolgens op Share- en opslagbeheer om Share- en opslagbeheer te openen.

Aanvullende naslaginformatie