Als u problemen met recent geïnstalleerde services wilt oplossen, kunt u de module Services gebruiken in combinatie met vooraf gedefinieerde hardwareprofielen. Door bijvoorbeeld een service te koppelen aan twee verschillende hardwareprofielen (één profiel waarin de service is ingeschakeld en een tweede profiel waarin de service is uitgeschakeld), kunt u eventuele hardwareproblemen die zich kunnen voordoen bij een recent geïnstalleerde service (zoals een stuurprogramma dat niet correct wordt geladen), eenvoudiger oplossen.

Als u deze procedure wilt uitvoeren, moet u minimaal lid zijn van de groep Accountoperators, Domeinadministrators, Ondernemingsadministrators of een vergelijkbare groep. Lees de informatie bij Aanvullende overwegingen in dit onderwerp.

Een service voor een hardwareprofiel in- of uitschakelen
  1. Klik op Start, klik in het vak Zoekopdracht starten, voer services.msc in en druk op ENTER.

  2. Klik in het detailvenster met de rechtermuisknop op de service die u wilt in- of uitschakelen en klik op Eigenschappen.

  3. Klik op het tabblad Aanmelden op het hardwareprofiel dat u wilt configureren.

  4. Klik op Inschakelen of Uitschakelen en klik vervolgens op OK.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u lid bent van de groep Accountoperators, de groep Domeinadministrators of de groep Ondernemingsadministrators, of als de benodigde bevoegdheid aan u is overgedragen. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u beter Run as gebruiken om deze procedure uit te voeren.

  • Ga voorzichtig te werk wanneer deze procedure gebruikt om services uit te schakelen. Als u een service voor een bepaald hardwareprofiel uitschakelt, wordt de instelling Opstarttype voor die service overschreven door de instellingen Hardwareprofiel.

  • In de meeste gevallen is het raadzaam de instelling Service kan interactief met bureaublad worden uitgevoerd niet te wijzigen. Als u de service interactief laat uitvoeren met het bureaublad, wordt alle informatie die door de service op het bureaublad wordt weergegeven, ook op het interactieve bureaublad van de gebruiker weergegeven. Een kwaadwillende gebruiker kan vervolgens de controle over de service overnemen of de service aanvallen vanaf het interactieve bureaublad.

  • Als u een foutbericht van Verbindingsbeheer ontvangt wanneer u het dialoogvenster Eigenschappen voor een service opent, controleert u of de service Remote Registry op de opgegeven computer wordt uitgevoerd. Als de service Remote Registry niet wordt uitgevoerd of als Windows NT 4.0 de opgegeven computer wordt uitgevoerd, kunt u de instellingen van het hardwareprofiel niet weergeven of wijzigen, maar kunt u wel andere acties uitvoeren.

Aanvullende naslaginformatie