Een TPM (Trusted Platform Module) kan een van de volgende statussen hebben:

  • Geen eigenaar ingesteld en uitgeschakeld

  • Geen eigenaar ingesteld en ingeschakeld

  • Een eigenaar ingesteld maar uitgeschakeld

  • Een eigenaar ingesteld en ingeschakeld

De TPM moet zijn ingeschakeld en de eigenaar ervan moet zijn ingesteld, voordat u de computer ermee kunt beveiligen. Het proces waarbij de TPM wordt ingeschakeld en de eigenaar ervan wordt ingesteld, wordt initialisatie genoemd. Tijdens de initialisatie worden door de TPM nieuwe hoofdsleutels gemaakt die door de TPM worden gebruikt.

Op computers die voldoen aan de vereisten voor deze versie van Windows, is BIOS-functionaliteit die voorafgaand aan het opstarten wordt uitgevoerd beschikbaar, waarmee u de TPM van de computer eenvoudig kunt initialiseren met de wizard TPM initialiseren. Normaal gesproken is voor initialisatie van de TPM fysieke toegang tot de computer vereist voor het inschakelen van de TPM. Mede door dit vereiste wordt voorkomen dat een TPM wordt geïnitialiseerd door schadelijke software.

Opmerking

In een bedrijfs- of ondernemingsomgeving kan de netwerkbeheerder de TPM initialiseren. Ook kan een bedrijf specifieke procedures zijn overeengekomen met de hardwarefabrikant, waardoor TPM's zonder tussenkomst van de gebruiker kunnen worden geïnitialiseerd.

Als de TPM niet is geïnitialiseerd, wordt u door de wizard TPM initialiseren begeleid door de benodigde stappen om de TPM in te schakelen en de eigenaar ervan in te stellen.

Een TPM kan alleen door programma's zoals BitLocker-stationsversleuteling worden gebruikt als de TPM is geïnitialiseerd. Tijdens de configuratie van BitLocker wordt het initialisatieproces automatisch door de wizard van BitLocker gestart, indien nodig.

Zie De TPM initialiseren voor meer informatie over het initialiseren van de TPM.