Met Extern bureaublad-gatewaybeheer kunt u informatie weergeven over actieve verbindingen van Extern bureaublad-servicesclients met interne netwerkbronnen (computers) via een RD-gatewayserver. Deze informatie wordt weergegeven in het detailvenster Controle.
In de volgende tabel vindt u een overzicht en een beschrijving van de informatie die over actieve verbindingen wordt weergegeven.
Gebeurtenisnaam | Beschrijving | ||||
---|---|---|---|---|---|
Verbindings-id |
In de indeling <a:b> waarbij 'a' de tunnel-id is die een unieke aanduiding vormt voor een bepaalde verbinding met de RD-gatewayserver en 'b' de kanaal-id is. De tunnel-id vertegenwoordigt het aantal verbindingen dat de RD-gatewayserver heeft ontvangen sinds de Extern bureaublad-servicesgatewayservice is gestart. Telkens wanneer door de RD-gatewayserver een nieuwe verbinding wordt ontvangen, wordt de tunnel-id met 1 verhoogd. | ||||
Gebruikers-id |
Het domein en de gebruikers-id van de gebruiker die is aangemeld bij de client, in de indeling <domein\gebruikers-id>. | ||||
Gebruikersnaam |
De volledige naam van de gebruiker die is aangemeld bij de client. | ||||
Verbonden op |
De datum en tijd waarop de verbinding tot stand is gebracht. | ||||
Verbindingsduur |
Hoe lang de verbinding actief is. | ||||
Niet-actieve computertijd |
Hoe lang de verbinding niet-actief is, indien van toepassing. | ||||
Doelcomputer |
De naam van de interne netwerkcomputer waarmee de client is verbonden. | ||||
IP-adres van de client |
Het IP-adres van de client.
| ||||
Doelpoort |
De poort op de interne netwerkcomputer waarmee de client is verbonden. |