Wanneer u een verbinding configureert in de module Externe bureaubladen, kunt u een programma opgeven dat moet worden gestart wanneer u verbinding maakt.

Voor het uitvoeren van deze procedure kunt u een willekeurig gebruikersaccount gebruiken.

Een programma opgeven dat moet worden gestart na het verbinden
  1. Open de module Externe bureaubladen. Klik hiervoor op Start, wijs Systeembeheer aan, wijs Extern bureaublad-services aan en klik vervolgens op Externe bureaubladen.

  2. Voeg de verbinding toe als u dat nog niet hebt gedaan. Zie Een nieuwe verbinding toevoegen voor meer informatie.

  3. Klik in de consolestructuur op Externe bureaubladen.

  4. Klik met de rechtermuisknop op de verbinding die u wilt configureren en klik vervolgens op Eigenschappen.

  5. Als u verbinding wilt maken met een computer waarop Windows Server 2003 of Windows XP wordt uitgevoerd, schakelt u het selectievakje Verbinding maken met de optie /admin op het tabblad Algemeen uit.

  6. Klik op het tabblad Overig, onder Een programma starten, op het selectievakje Dit programma starten wanneer er een verbinding tot stand is gebracht.

  7. Typ het volledige pad naar het programma dat u wilt laten starten in het vak Pad en bestandsnaam van programma. Typ de standaardmap die door de verbinding moet worden gebruikt in het vak Werkmap.

    Opmerking

    Als u geen programma opgeeft dat moet worden gestart, wordt het Windows-bureaublad weergegeven wanneer verbinding wordt gemaakt.

  8. Als u wilt dat de stations op de lokale computer vanaf de externe computer toegankelijk zijn, schakelt u het selectievakje Lokale schijven omleiden als u op de externe computer bent aangemeld in.

  9. Klik op OK wanneer u klaar bent.

Aanvullende naslaginformatie