Als u wilt definiëren welke gebruikers met Extern bureaublad-gateway (RD-gateway) verbinding met de Extern bureaublad-sessiehost-server maken via een firewall, kunt u implementatie-instellingen voor RD-gateway configureren.

U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u op de Extern bureaublad-sessiehostserver die u wilt configureren, minimaal lid bent van de lokale groep Administrators of over gelijkwaardige rechten beschikt. Bekijk de details over het gebruik van de juiste accounts en groeplidmaatschappen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=83477.

RD-gateway-instellingen configureren
  1. Open RemoteApp-beheer op de Extern bureaublad-sessiehostserver. U opent RemoteApp-beheer als volgt: klik op Start, ga naar Systeembeheer, ga naar Extern bureaublad-services en klik vervolgens op RemoteApp-beheer.

  2. Klik in het deelvenster Acties van RemoteApp-beheer op RD-gateway-instellingen. (Of klik in het deelvenster Overzicht naast RD-gateway-instellingen op Wijzigen.)

  3. Configureer op het tabblad RD-gateway de gewenste instellingen voor RD-gateway. U kunt opgeven of instellingen van een RD-gateway-server automatisch worden gedetecteerd, of instellingen van een RD-gateway-server die u opgeeft worden gebruikt of dat er geen RD-gateway-server wordt gebruikt.

    Als u Instellingen voor RD-gatewayserver automatisch detecteren selecteert, probeert de client groepsbeleidsinstellingen te gebruiken om het gedrag van clientverbindingen met RD-gateway te bepalen.

    Als u Deze instellingen voor de RD-gatewayserver gebruiken selecteert, gaat u als volgt te werk:

    1. Configureer de naam van de RD-gatewayserver en de aanmeldingsmethode.

      Belangrijk

      De naam van de server moet overeenkomen met de naam die is opgegeven in het SSL-certificaat (Secure Sockets Layer) voor de RD-gatewayserver.

    2. Als u wilt dat dezelfde gebruikersreferenties worden gebruikt voor toegang tot de RD-gateway-server en de Extern bureaublad-sessiehost-server, schakelt u het selectievakje Voor RD-gateway en de RD Session Host-server dezelfde gebruikersreferenties gebruiken in. Aan gebruikers kan echter nog steeds twee keer om referenties worden gevraagd als er strijdige referenties bestaan in een bron, zoals groepsbeleidsinstellingen, en die referenties niet werken. Er kan ook twee keer om referenties worden gevraagd als standaardreferenties worden gebruikt voor de verbinding en deze referenties niet werken.

    3. Als u wilt dat de clientcomputer automatisch detecteert wanneer RD-gateway is vereist, schakelt u het selectievakje RD-gatewayserver niet voor lokale adressen gebruiken in. (Met deze optie worden de prestaties van de client geoptimaliseerd.)

      Als er altijd een RD-gatewayserver moet worden gebruikt voor clientverbindingen, schakelt u het selectievakje RD-gatewayserver niet voor lokale adressen gebruiken uit.

  4. Klik op OK wanneer u klaar bent.

Ga naar de pagina van Extern bureaublad-services op het Windows Server 2008 R2 TechCenter (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=140433, mogelijk in het Engels) voor meer informatie over RD-gateway.

Ga naar de technische naslaginformatie van Extern bureaublad-services (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=138134, mogelijk in het Engels) voor meer informatie over groepsbeleidsinstellingen voor Extern bureaublad-services.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave