nismap

NAAM

nismap - Een Windows-opdrachtregelhulpprogramma voor het beheren van NIS-toewijzingen (Network Information Service)

SYNOPSIS

nismap add [common_option[...]] -e "mapentry" 
           [-r {yes | no}] [-c conflictfile] mapname
nismap mod [common_option[...]] -e "mapentry" -k key mapname
nismap del [common_option[...]] -k key mapname
nismap create [common_option[...]] -i fieldnum -g separator [-y] mapname

BESCHRIJVING

U kunt met het Windows-opdrachtregelhulpprogramma nismap de NIS-toewijzing (Network Information Service) beheren die via mapname wordt opgegeven en die met behulp van Server voor NIS op een lokale computer of een externe computer wordt onderhouden. U kunt wanneer u zich hebt aangemeld met een account dat niet over de vereiste bevoegdheden beschikt, een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven van een account waaraan wel de juiste bevoegdheden zijn toegekend. Welke actie nismap uitvoert, is afhankelijk van het opdrachtargument dat u opgeeft.

nismap accepteert naast specifieke opdrachtargumenten ook de volgende algemene opties en argumenten die in de opdrachtsynopsis worden vertegenwoordigd door common_option:

Term Definitie

-a AD_domain

De naam van het NIS-domein in Active Directory. Deze optie is niet beschikbaar voor het opdrachtargument create.

-f logfile

Hiermee geeft u de naam van het logboekbestand en het volledig gekwalificeerde pad naar het logboekbestand op. Geregistreerde gebeurtenissen worden aan dit bestand toegevoegd. Het standaardpad en de standaardsbestandsnaam luiden als volgt: %temp%\conflicts.log.

-s server

Hiermee geeft u de naam van de domeincontroller op. De standaardwaarde is de domeincontroller van het domein van de computer waarop de opdracht wordt uitgevoerd.

-u usr

Hiermee geeft u de gebruikersnaam op van de gebruiker van wie u de referenties wilt gebruiken. U moet de domeinnaam mogelijk aan de gebruikersnaam toe te voegen. Gebruik hiervoor de notatie domain\username.

-p pword

Hiermee geeft u het wachtwoord op van de gebruiker die u hebt opgegeven met de optie -u. Als u de optie -u opgeeft, terwijl u de optie -p weglaat, wordt u gevraagd om het wachtwoord van de gebruiker op te geven.

-h/-?

Hiermee geeft u informatie over het gebruik van de opdracht weer.

nismap accepteert de volgende opdrachtargumenten:

Term Definitie

add

Hiermee voegt u een toewijzingsvermelding toe. U kunt voor de opdracht add de volgende opties en argumenten gebruiken:

  • -e"mapentry""°°°Hiermee geeft u de nieuwe toewijzingsvermelding op als een tekenreeks in de juiste NIS-toewijzingsindeling. Deze tekenreeks moet tussen aanhalingstekens staan (" ").

  • -r {ja | nee}°°°Hiermee geeft u op of het bestaande object in Active Directory door deze vermelding moet worden vervangen. De standaardwaarde is no.

  • -c conflictfile   Hiermee geeft u de naam op van het bestand waarin de conflictinformatie wordt geregistreerd. Als deze optie niet is ingesteld, wordt de standaardbestandsnaam gebruikt.

mod

Hiermee past u een bestaande toewijzingsvermelding aan. U kunt voor de opdracht mod de volgende opties en argumenten gebruiken:

  • -e "mapentry"°°°Hiermee geeft u de vervangende toewijzingsvermelding op als een tekenreeks in de juiste NIS-toewijzingsindeling. Deze tekenreeks moet tussen aanhalingstekens staan (" ").

  • -k key   Hiermee geeft u de zoeksleutel op waarmee de toewijzingsvermelding die u wilt aanpassen, wordt aangeduid.

del

Hiermee verwijdert u een bestaande toewijzingsvermelding. U kunt voor de opdracht del de volgende opties en argumenten gebruiken:

  • -k key   Hiermee geeft u de zoeksleutel op waarmee de toewijzingsvermelding die u wilt verwijderen, wordt aangeduid.

create

Hiermee maakt u een structuur voor een niet-standaardtoewijzing. U kunt voor de opdracht create de volgende opties en argumenten gebruiken:

  • -i fieldnum   Hiermee geeft u het veldnummer van het sleutelveld op.

  • -g separator   Hiermee geeft u het teken op dat wordt gebruikt om de velden in de toewijzing van elkaar te scheiden.

  • -y   Hiermee geeft u op dat de sleutel geen deel uitmaakt van de waarde voor deze toewijzing.

Opmerkingen
  • Wanneer u nismap gebruikt voor het verwijderen van een object van het type user, group of host, worden alleen de UNIX-kenmerken van het desbetreffende object uit Active Directory verwijderd. Als u het object uit Active Directory wilt verwijderen, moet u de hulpprogramma's van Active Directory gebruiken.
  • Gebruik nismap niet voor het wijzigen van een gebruikerswachtwoord. Gebruik daarvoor net.exe of de Windows-interface (CTRL+ALT+DELETE). Het programma nismap mislukt als u de passwd-vermelding wijzigt met de opdracht nismap mod. Deze waarde heeft betrekking op de versleutelde tekenreeks voor het gebruikerswachtwoord. Als u de passwd-vermelding wilt wijzigen, kunt u ypcat(1w) of ypmatch(1w) gebruiken om de huidige passwd-vermelding van de gebruiker op te halen. U kunt erop deze wijze voor zorgen dat de desbetreffende waarden hetzelfde zullen zijn.
  • Als u probeert om met behulp van de opdracht nismap mod een e-mailalias te wijzigen, wordt er door Server voor NIS een nieuwe alias toegevoegd in plaats van dat de oorspronkelijk alias wordt verwijderd. Als u de alias wilt wijzigen, moet u de oorspronkelijke alias eerst verwijderen met behulp van de opdracht nismap del. U kunt vervolgens de opdracht nismap add gebruiken om de gewijzigde alias toe te voegen.

Zie ook


Inhoudsopgave