In een virtuele machine kunt u drie typen opslagmedia gebruiken:

  • Harde schijven (zowel virtuele harde schijven als fysieke schijven)

  • Cd's en dvd's (zowel fysieke schijven als installatiekopiebestanden of .ISO-bestanden)

  • Virtuele diskettestations

U moet het station voor de virtuele machine configureren om de verschillende typen media en opslag beschikbaar te maken voor een virtuele machine. Dit doet u door het station toe te voegen of te verwijderen, of door de media te verwisselen.

U kunt de virtuele harde schijven en fysieke schijven die rechtstreeks aan een virtuele machine zijn gekoppeld, toevoegen of verwijderen, zelfs als de virtuele machine actief is. De schijven moet zijn gekoppeld aan de SCSI-controller in de virtuele machine. Daarnaast moeten de integratieservices in het gastbesturingssysteem zijn geïnstalleerd. Voordat u een schijf verwijdert, kunt u deze het beste eerst in het gastbesturingssysteem offline nemen om gegevensverlies te voorkomen.

Opmerking

In de virtuele machine moet ten minste één schijf aanwezig zijn waarop het gastbesturingssysteem kan worden geïnstalleerd. U kunt desgewenst extra stations toevoegen. Er wordt automatisch een dvd-station toegevoegd wanneer u een virtuele machine maakt.

Harde schijven, cd's en dvd's configureren

U kunt harde schijven, cd's en dvd's voor een virtuele machine configureren door de instellingen van de virtuele machine te wijzigen.

Belangrijk

De schijf die fungeert als de systeemschijf, moet aan een van de IDE-controllers zijn gekoppeld. De virtuele machine kan niet worden gestart als u de systeemschijf aan een SCSI-controller koppelt.

Een harde schijf aan een virtuele machine toevoegen
  1. Open Hyper-V Manager. Klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op Hyper-V-beheer.

  2. Selecteer de virtuele machine die u wilt configureren in het resultatenvenster, onder Virtuele machines.

  3. Klik in het deelvenster Actie onder de naam van de virtuele machine op Instellingen.

  4. Klik in het navigatievenster (linkervenster) op de controller waaraan u de schijf wilt koppelen.

  5. Klik op Toevoegen.

  6. Selecteer de locatie op de controller waaraan u de schijf wilt koppelen op de pagina Harde schijf.

  7. Voer een van de volgende handelingen uit bij Media:

    • Geef de locatie van het bestand voor de virtuele harde schijf op (.VHD).

    • Geef een fysieke harde schijf op.

  8. Klik op OK.

Een harde schijf of dvd-station wijzigen of verwijderen
  1. Open Hyper-V Manager. Klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op Hyper-V-beheer.

  2. Selecteer de virtuele machine die u wilt configureren in het resultatenvenster, onder Virtuele machines.

  3. Klik in het deelvenster Actie onder de naam van de virtuele machine op Instellingen.

  4. Klik in het navigatievenster (linkervenster) op de harde schijf of het dvd-station.

  5. Voer op de pagina Harde schijf of Dvd-station een van de volgende handelingen uit:

    • Selecteer het gewenste medium bij Media als u het station aan een ander medium wilt koppelen.

    • Klik op Verwijderen als u het station wilt verwijderen.

  6. Klik op OK.

Het diskettestation configureren

U kunt een virtueel diskettestation beschikbaar maken op een virtuele machine door het bestand voor het virtuele diskettestation (.VFD) aan het diskettestation te koppelen. Het diskettestation is altijd beschikbaar en kan niet worden verwijderd.

Het diskettestation configureren
  1. Open Hyper-V Manager. Klik op Start, ga naar Systeembeheer en klik op Hyper-V-beheer.

  2. Selecteer de virtuele machine die u wilt configureren in het resultatenvenster, onder Virtuele machines.

  3. Klik in het deelvenster Actie onder de naam van de virtuele machine op Instellingen.

  4. Klik in het navigatievenster op Diskettestation.

  5. Klik bij Media op Virtueel diskettestationbestand (.VFD) en typ of ga naar de locatie van het .VFD-bestand.

  6. Klik op OK.

Verdere overwegingen

  • U moet minimaal lid zijn van de lokale groep Administrators of een vergelijkbare groep om deze procedure uit te voeren. Een administrator kan echter het autorisatiebeleid wijzigen met Autorisatiebeheer, zodat een gebruiker of groep gebruikers deze procedure kan uitvoeren. Zie Autorisatiebeheer gebruiken voor Hyper-V-beveiliging (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=142886 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie.

  • In Hyper-V wordt het gebruik van opslagmedia niet ondersteund als EFS (Encrypting File System) voor het versleutelen van .ISO-, .VHD- en .VFD-bestanden wordt gebruikt. De bestanden die zijn opgeslagen op een volume waarvoor Windows BitLocker-stationsvergrendeling wordt gebruikt, kunt u gewoon gebruiken.

  • Koppel geen virtuele harde schijf aan een virtuele machine als het .VHD-bestand in een gecomprimeerde map is opgeslagen. Doet u dit wel, kan met de virtuele machines geen toegang tot de virtuele harde schijf worden verkregen.

  • Sla geen .VHD-bestanden op in gedeelde mappen.

  • Een fysiek cd- of dvd-station kan door slechts één virtuele machine tegelijk worden benaderd.

  • U moet de server waarop Hyper-V wordt uitgevoerd, configureren voor beperkte overdracht zodat met een virtuele machine toegang kan worden verkregen tot een .ISO-bestand in een gedeelde map in een domeinomgeving. Configureer het computeraccount van de server waarop Hyper-V wordt uitgevoerd, voor de gedelegeerde referenties die aanwezig zijn voor het CIFS-servicetype (Common Internet File System).

  • U kunt een fysieke schijf pas aan een virtuele machine toevoegen als u de schijf offline hebt genomen. U kunt een fysieke schijf offline nemen met Schijfbeheer.

Aanvullende naslaginformatie