Deze controlelijst bevat de taken die nodig zijn om virtuele machines te configureren voor maximale beschikbaarheid. Raadpleeg de Help voor failoverclusters voor meer informatie over de hulpprogramma's die u kunt gebruiken voor de configuratie voor maximale beschikbaarheid. U kunt lokale Help-inhoud weergeven door de volgende opdracht te typen bij een opdrachtprompt: hh cluadmin.chm. U kunt ook de Help voor failoverclusters raadplegen in de technische bibliotheek voor Windows Server 2008 (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=143560 (de pagina is mogelijk Engelstalig)).

Opmerking

Livemigratie is een nieuwe Hyper-V-functie in Windows Server 2008 R2 waarmee u een virtuele machine die maximaal beschikbaar is, tussen knooppunten kunt verplaatsen terwijl de machine actief is, zonder uitvaltijd. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=139667 (de pagina is mogelijk Engelstalig) en https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=139664 (de pagina is mogelijk Engelstalig) voor meer informatie.

Taak Naslaginformatie

Bestudeer de begrippen met betrekking tot Hyper-V en virtuele machines in de context van een cluster.

Als u gedeelde clustervolumes wilt gebruiken voor uw virtuele machines, bestudeert u de begrippen met betrekking tot gedeelde clustervolumes.

Zie 'Hyper-V en virtuele machines in de context van een cluster' in de Help voor failoverclusters.

Zie 'Gedeelde clustervolumes in een failovercluster' in de Help voor failoverclusters.

Installeer Failover Clustering en de functie Hyper-V op elke fysieke server. Beide technologieën kunt u installeren met behulp van Serverbeheer.

Zie 'Failover Clustering installeren' in de Help voor failoverclusters voor instructies over het installeren van Failover Clustering.

Zie de plannings- en installatiegids van Hyper-V (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=108560) voor meer informatie over het installeren van Hyper-V.

Verbind de netwerken en opslag die het cluster zal gebruiken.

Maak in Hyper-V-beheer virtuele netwerken die door virtuele machines kunnen worden gebruikt.

Belangrijk

Gebruik dezelfde namen voor de virtuele netwerken wanneer u ze op verschillende knooppunten maakt. Wanneer een virtuele machine tussen knooppunten wordt overgebracht, moet de naam van het virtuele netwerk dat de virtuele machine moet gebruiken, hetzelfde zijn.

Zie 'Hardware voorbereiden alvorens een failovercluster te valideren' in de Help voor failoverclusters.

Virtuele netwerken beheren

Voer de wizard Een configuratie valideren uit op alle servers die u in het cluster wilt opnemen om te bevestigen dat de hardware en de hardware-instellingen van de servers, het netwerk en de opslag compatibel zijn met Failover Clustering. Pas eventueel de hardware of de hardware-instellingen aan en voer de wizard opnieuw uit totdat alle test zijn geslaagd (vereist voor ondersteuning).

Belangrijk

Hierbij wordt niet gecontroleerd of de virtualisatievoorzieningen van de processors op alle servers compatibel zijn.

Zie 'Nieuwe of bestaande failoverclusters valideren' in de Help voor failoverclusters.

Gebruik de wizard Een cluster maken om het failovercluster te maken.

Zie 'Controlelijst: een failovercluster maken' in de Help voor failoverclusters.

Configureer het netwerk zo dat clustercommunicatie niet is toegestaan als de geclusterde servers zijn verbonden met een netwerk dat niet moet worden gebruikt voor netwerkcommunicatie in het cluster (bijvoorbeeld een netwerk dat alleen is bedoeld voor iSCSI of back-up).

Zie 'Netwerkinstellingen voor een failovercluster wijzigen' in de Help voor failoverclusters.

Schakel Gedeelde clustervolumes in als u gedeelde clustervolumes wilt gebruiken en u deze functie nog niet hebt ingeschakeld.

Zie 'Gedeelde clustervolumes in een failovercluster inschakelen' in de Help voor failoverclusters.

Gebruik de wizard Nieuwe virtuele machine om de virtuele machines te maken.

Opmerking

Zorg ervoor dat u de virtuele machine in een nieuwe map maakt en een opslaglocatie kiest die voor alle servers in het cluster toegankelijk is.

Zie Virtuele machines maken voor algemene instructies. Zie Virtuele machines configureren voor maximale beschikbaarheid voor meer informatie over het configureren van virtuele machines voor maximale beschikbaarheid. Raadpleeg de stapsgewijze handleiding van Hyper-V: Hyper-V en Failover Clustering (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=129063) voor stapsgewijze instructies.

Gebruik de wizard Maximale beschikbaarheid om elke virtuele machine te configureren voor maximale beschikbaarheid.

Zie 'Services of toepassingen configureren voor maximale beschikbaarheid' in de Help voor failoverclusters.

Configureer de automatische opstartactie voor de virtuele machine opnieuw, zodat er niets gebeurt wanneer de fysieke computer wordt opgestart.

Configureer de virtuele machines (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=137807 (de pagina is mogelijk Engelstalig)).

Test de failover van de geclusterde virtuele machine.

Zie 'Failover van een geclusterde virtuele machine testen' in de Help voor failoverclusters.