Op het tabblad AD DS kunt u het naamgevingsbeleid voor computers instellen en aangeven waar het computeraccount moet worden gemaakt. De instellingen op dit tabblad worden toegepast als goedkeuring van een beheerder voor onbekende computers nodig is (dit is een instelling op het Het tabblad PXE-antwoord). Dit houdt in dat deze instellingen niet van toepassing zijn op computeraccounts waarvoor de installatie is voorbereid in AD DS (Active Directory Domain Services). U geeft dit tabblad weer door in de MMC-console met de rechtermuisknop op de server te klikken en vervolgens Eigenschappen te kiezen. Zie Integratie met AD DS configureren (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=143071 (de pagina is mogelijk Engelstalig)) voor meer informatie online.

Naamgevingsbeleid voor computers

In de volgende tabel ziet u een overzicht van de variabelen die u kunt opgeven bij het maken van de aangepaste naam. U kunt deze opties afzonderlijk gebruiken of combineren.

VariabeleResultaat

%First

De voornaam van de gebruiker. U kunt de lengte van de voornaam beperken door een numerieke waarde tussen % en First toe te voegen. Voer bijvoorbeeld %5First in als u de voornaam wilt beperken tot vijf tekens.

%Last

De achternaam van de gebruiker. U kunt de lengte van de achternaam beperken door een numerieke waarde tussen % en Last toe te voegen. Voer bijvoorbeeld %5Last in als u de achternaam wilt beperken tot vijf tekens.

%Username

De gebruikersnaam. U kunt de lengte van de gebruikersnaam beperken door een numerieke waarde tussen % en Username toe te voegen. Voer bijvoorbeeld %5Username in als u de gebruikersnaam wilt beperken tot vijf tekens.

%MAC

Het MAC-adres (Media Access Control) van de netwerkadapter.

%[0][n]#

In de computernaam wordt een incrementeel nummer opgenomen met een lengte van n cijfers. Als u voorloopnullen aan het incrementele nummer wilt toevoegen, typt u een nul zoals in het volgende voorbeeld. Geef bijvoorbeeld %03# op om een nummer van drie cijfers uit het bereik 001 - 999 te gebruiken.

Voorbeelden

  • Als u de computernaam wilt beperken tot de drie begintekens van de achternaam van de gebruiker en daaraan een incrementeel nummer van twee cijfers wilt toevoegen, typt u de tekenreeks %3Last%02#. De computernaam van de vijfde computergebruiker wiens naam Smits is, wordt dan Smi05.

  • Als u voor de computernaam de eerste drie letters van de voornaam van de gebruiker wilt gebruiken, gevolgd door de eerste drie letters van diens achternaam, gevolgd door een incrementeel nummer van drie cijfers, typt u de tekenreeks %3First%3Last%03#.

Bij het instellen van het naamgevingsbeleid voor clients moet u rekening houden met de volgende problemen:

  • De maximumlengte voor computernamen is 15 tekens. Het standaardbeleid staat echter namen met een maximumlengte van 63 tekens toe. Wanneer een naam met een lengte van meer dan 15 tekens wordt gegenereerd, worden alle tekens na de eerste 15 tekens afgekapt en kan de computer niet aan het domein worden toegevoegd. U moet een naamgevingsbeleid opgeven waarmee namen worden gegenereerd met een maximumlengte van 15 tekens.

  • De computernaam kan alleen de volgende standaardtekens bevatten die zijn gedefinieerd in RFC 1123 (Requirements for Internet Hosts - Application and Support): alle hoofdletters (A-Z), alle kleine letters (a-z), cijfers (0-9) en het koppelteken (-).

Locatie van computeraccount

In deze sectie kunt u opgeven op welke locatie de accounts voor computers die wachten op goedkeuring van een beheerder moeten worden gemaakt. Op het tabblad Client kunt u aangeven dat computers na de installatie niet aan een domein moeten worden toegevoegd.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave