 | Machtigingen wijzigen of gemachtigde gebruikers verwijderen |
Open de console van WMI-beheer: klik op Start, klik op Uitvoeren, typ wmimgmt.msc en klik vervolgens op OK.
Klik in de consolestructuur met de rechtermuisknop op WMI-beheer en klik vervolgens op Eigenschappen.
Klik op het tabblad Beveiliging.
Selecteer de naamruimte waarvoor u de machtigingen van een gebruiker of groep wilt wijzigen, of waarvoor u een gebruiker of groep wilt verwijderen en klik vervolgens op Beveiliging.
Selecteer in het dialoogvenster Beveiliging onder Naam de gebruiker of groep die u wilt verwijderen of waarvan u de machtigingen wilt wijzigen.
Voer een van de volgende handelingen uit:
-
Als u de gebruiker of groep wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen.
-
Als u beveiligingsinstellingen wilt wijzigen, wijzigt u onder Machtigingen de machtigingen die voor de gebruiker of groep zijn toegestaan of geweigerd door de desbetreffende selectievakjes in of uit te schakelen.
-
Als u de gebruiker of groep wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen.
Aanvullende overwegingen
-
U kunt deze taak alleen uitvoeren als u een administrator bent of een domeinaccount gebruikt dat lid is van de groep Administrators op de computer die u beheert.
-
WMI-beveiliging wordt alleen gecontroleerd wanneer een gebruiker zich aanmeldt bij Windows Management-services. Wijzigingen die u in de machtigingen van een gebruiker aanbrengt terwijl de gebruiker is verbonden, worden dus pas van kracht de volgende keer dat de gebruiker zich aanmeldt bij WMI. Als u de toegangsrechten van een gebruiker bijvoorbeeld intrekt, wordt deze wijziging pas van kracht wanneer de gebruiker zich afmeldt bij Windows Management-services en zich vervolgens opnieuw probeert aan te melden.
-
U kunt machtigingen voor een gebruiker of groep wijzigen voor een externe computer of een lokale computer. U krijgt als volgt toegang tot een externe computer: klik met de rechtermuisknop op WMI-beheer, klik op Verbinding met andere computer maken, klik op Een andere computer en typ de naam van de computer waarmee u een verbinding tot stand wilt brengen. Als u WMI-beheer gebruikt vanuit de console Computerbeheer, klikt u met de rechtermuisknop op het knooppunt Computerbeheer om verbinding te maken met de andere computer.