U kunt controlebeleid toepassen op afzonderlijke bestanden of mappen op uw computer door het machtigingstype zodanig in te stellen dat geslaagde of mislukte toegangspogingen in het beveiligingslogboek worden geregistreerd.

U moet ten minste lid zijn van de groep Lokale administrators om deze procedure te kunnen voltooien. Bekijk de details onder 'Aanvullende overwegingen' in dit onderwerp.

Controlebeleidsinstellingen voor een lokaal bestand of lokale map toepassen of wijzigen
  1. Open Windows Verkenner.

  2. Klik met de rechtermuisknop op het gewenste bestand of de gewenste map en klik achtereenvolgens op Eigenschappen en het tabblad Beveiliging.

  3. Klik op Bewerken en vervolgens op Geavanceerd.

    Opmerking

    Als u op deze computer niet bent aangemeld als lid van de groep Administrators, moet u uw beheerdersreferenties opgeven om te kunnen doorgaan.

  4. Klik in het dialoogvenster Geavanceerde beveiligingsinstellingen voor <object> op het tabblad Controlebeleid.

  5. Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Klik op Toevoegen om de controle in te stellen voor een nieuwe gebruiker of groep. Typ bij Geef de namen van de objecten op de naam van de gewenste gebruiker of groep en klik vervolgens op OK.

    • U kunt de controle voor een bestaande groep of gebruiker uitschakelen door op de naam van de groep of gebruiker te klikken, op Verwijderen te klikken, op OK te klikken en vervolgens de rest van deze procedure over te slaan.

    • U kunt de controle voor een bestaande groep of gebruiker bekijken of wijzigen door achtereenvolgens op de naam en op Bewerken te klikken.

  6. Klik in de lijst Toepassen op op de locatie(s) waarop u controle wilt uitvoeren.

  7. Schakel in het vak Toegang de gewenste selectievakjes in om aan te geven welke acties u wilt controleren:

    • Schakel het selectievakje Geslaagd in om geslaagde gebeurtenissen te controleren.

    • Schakel het selectievakje Geslaagd uit als u geslaagde gebeurtenissen niet meer wilt controleren.

    • Schakel het selectievakje Mislukt in om mislukte gebeurtenissen te controleren.

    • Schakel het selectievakje Mislukt uit als u mislukte gebeurtenissen niet meer wilt controleren.

    • Als u geen enkele gebeurtenis wilt controleren, klikt u op Alles wissen.

  8. Als u niet wilt dat onderliggende bestanden en submappen van het oorspronkelijke object deze controlevermeldingen overnemen, schakelt u het selectievakje Deze controlevermeldingen alleen toepassen op objecten en/of containers in deze container in.

Belangrijk

Voordat u controle instelt voor bestanden en mappen, moet u controle van objecttoegang inschakelen door controlebeleidsinstellingen te definiëren voor de gebeurteniscategorie voor objecttoegang. Als u controle van objecttoegang niet inschakelt, wordt er een foutbericht weergegeven wanneer u controle instelt voor bestanden en mappen, en worden er geen bestanden of mappen gecontroleerd.

Aanvullende overwegingen

  • U kunt deze procedure alleen uitvoeren als u bent aangemeld als lid van de groep Administrators of als u het recht Controle- en beveiligingslogboek beheren hebt in Groepsbeleid.

  • Als u Windows Verkenner wilt openen, klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's en Bureau-accessoires aan en klikt u op Windows Verkenner.

  • Wanneer controle van objecttoegang eenmaal is ingeschakeld, worden de resultaten van uw wijzigingen weergegeven in het beveiligingslogboek in Logboeken.

  • Alleen bestanden en mappen op NTFS-stations kunnen worden gecontroleerd.

  • Als u een van de volgende situaties aantreft, is de controle overgenomen van de bovenliggende map:

    • De selectievakjes in het vak Toegang in het dialoogvenster Controlevermelding voor <bestand of map> worden grijs weergegeven.

    • De knop Verwijderen in het dialoogvenster Controlevermelding voor <bestand of map> is niet beschikbaar.

  • Aangezien het beveiligingslogboek slechts een beperkte grootte kan hebben, moet u de bestanden en mappen die u wilt controleren, zorgvuldig selecteren. Bedenk ook hoeveel schijfruimte u wilt reserveren voor het beveiligingslogboek. De maximale grootte van het beveiligingslogboek wordt opgegeven in Logboeken.

Aanvullende naslaginformatie


Inhoudsopgave