Op de pagina Poorten kunt u de communicatiepoorten opgeven die in een AD LDS-exemplaar (Active Directory Lightweight Directory Services) worden gebruikt om te communiceren met Active Directory-toepassingen. Active Directory-toepassingen vinden een AD LDS-exemplaar via een combinatie van de naam van de computer waarop het AD LDS-exemplaar wordt uitgevoerd, en een communicatiepoortnummer. Een AD LDS-exemplaar kan communiceren via LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) of SSL (Secure Sockets Layer). U moet voor beide een poortnummer opgeven.
Als u niet zeker weet welke communicatiepoortnummers u moet gebruiken, accepteert u de standaardwaarden.
Opmerkingen | |
|