In dit dialoogvenster kunt u een nieuw autorisatiebeleidsarchief maken.
In de volgende tabel worden de elementen van de gebruikersinterface beschreven voor dit dialoogvenster.
Onderdeel | Beschrijving | ||||
---|---|---|---|---|---|
Selecteer het type autorisatiearchief |
Active Directory Hiermee geeft u aan dat het nieuwe autorisatiearchief zich AD DS (Active Directory Domain Services) bevindt. Dit type autorisatiearchief wordt opgegeven met een DN-naam voor LDAP (Lightweigt Directory Access Protocol) zoals CN=Archiefnaam,CN=Programmagegevens,DN=Bedrijfsnaam,DN=com. U kunt ook een URL gebruiken die begint met MSLDAP:// of MSXML://. XML-bestand Hiermee geeft u aan dat het nieuwe autorisatiearchief een XML-bestand is.
Microsoft SQL Geeft aan dat het archief zich in een Microsoft SQL Server-database bevindt. Databasearchieven van SQL Server worden aangeduid met een URL die begint met het protocolprefix MSSQL:// gevolgd door een verbindingsreeks, databasenaam en beleidsarchiefnaam in de volgende indeling: MSSQL://<verbindingsreeks>/<naam database>/<naam beleidsarchief> | ||||
Selecteer het schema voor het autorisatiearchief |
Hier kunt u kiezen tussen een schema voor versie 1.0 en een schema voor versie 2.0. Als u clienttoepassingen hebt die zijn geschreven voor versie 1, moet u Schema-versie 1.0 selecteren. Zie Nieuwe functies in Autorisatiebeheer voor meer informatie over de verschillen tussen schema's. | ||||
Archiefnaam |
Hier typt u de naam van het archief.
| ||||
Locaties… |
Klik hierop als u wilt bladeren naar een locatie voor een autorisatiearchief. |
Aanvullende naslaginformatie