U kunt een server waarop Windows Server 2008 of Windows Server 2008 R2 wordt uitgevoerd en de bijbehorende gegevens automatisch beschermen door dagelijkse back-ups te maken op interne of externe harde schijven die op de server zijn aangesloten. Als u geplande back-ups wilt configureren, moet u eerst het volgende doen:

  • Kies een locatie voor het opslaan van uw back-ups. (Zie Een back-up maken van een server voor meer informatie over het kiezen van een opslaglocatie.) Zorg ervoor dat de harde schijven waarop u de back-ups wilt opslaan, aangesloten en online zijn. Als u een externe harde schijf gebruikt, kunt u het beste een harde schijf kiezen die USB 2.0 of IEEE 1394 ondersteunt en minimaal 2,5 keer zoveel opslagcapaciteit heeft als de omvang van de verzameling items waarvan u een back-up wilt maken. Als u een aparte schijf gebruikt voor het opslaan van back-ups, moet deze leeg zijn of gegevens bevatten die u niet meer nodig hebt. In Windows Server Backup wordt de schijf namelijk geformatteerd en opgeschoond om deze op zijn taak als back-upschijf voor te bereiden.

  • Bepaal wat u in de back-up wilt opnemen: de hele server of alleen bepaalde items. (Zie Een back-up maken van een server voor meer informatie over het kiezen van de items waarvan u een back-up wilt maken.)

Opmerking
Een back-upschema maken via de gebruikersinterface van Windows Server Backup
  1. Klik op Start, klik op Systeembeheer en klik vervolgens op Windows Server Backup.

  2. Klik in het deelvenster Acties op de standaardpagina van de module onder Windows Server Backup op Back-upschema. De wizard Back-upschema wordt weergegeven.

  3. Klik op de pagina Introductie op Volgende.

  4. Voer op de pagina Back-upconfiguratie selecteren een van de volgende bewerkingen uit en klik op Volgende:

    • Klik op Volledige server (aanbevolen) om een back-up te maken van alle volumes op de server. Dit is de aanbevolen optie.

    • Klik op Aangepast als u alleen van bepaalde items een back-up wilt maken en klik vervolgens op Volgende.

      1. Klik op de pagina Items selecteren voor back-up op Items toevoegen. Schakel bij Items selecteren de selectievakjes in voor de items waarvan u een back-up wilt maken. Als u alleen van bepaalde mappen of bestanden op een schijf of volume een back-up wilt maken, vouwt u de mapstructuur uit en selecteert u de items die u wilt opnemen. Klik op OK.

      2. Klik op de pagina Items selecteren voor back-up op Geavanceerde instellingen, klik op de tab Uitsluitingen, klik op Uitsluitingen toevoegen, vouw de mapstructuur uit en selecteer vervolgens de items die u wilt uitsluiten.

      3. Selecteer op het tabblad VSS-instellingen de optie Volledige VSS-back-up of VSS-kopieback-up. Klik op OK en daarna op Volgende.

  5. Voer op de pagina Back-uptijd opgeven een van de volgende bewerkingen uit en klik op Volgende:

    • Klik op Eén keer per dag en selecteer in de vervolgkeuzelijst het tijdstip waarop de dagelijkse back-up moet worden gestart.

    • Klik op Meerdere back-ups per dag. Klik om een begintijd te selecteren onder Beschikbare tijd op de tijd waarop de back-up moet starten en klik vervolgens op Toevoegen om de tijd te verplaatsen naar Geplande tijd. Herhaal deze stap voor elke begintijd die u wilt toevoegen.

  6. Selecteer op de pagina Type bestemming opgeven de optie Back-up maken op een harde schijf die voor back-ups is gereserveerd (aanbevolen) en klik vervolgens op Volgende.

  7. Schakel op de pagina Doelschijf selecteren het selectievakje in van de schijf die u voor dit doel hebt aangesloten en klik op Volgende.

    In de lijst worden standaard de meest waarschijnlijke schijf of schijven weergegeven. Dit zijn externe back-upschijven die uit voorzorg op een externe locatie kunnen worden bewaard. Als de lijst leeg is of de gewenste schijf niet wordt weergegeven, klikt u op Alle beschikbare schijven weergeven. Schakel in Alle beschikbare schijven weergeven het selectievakje in bij de schijf die u voor de opslag van back-ups wilt gebruiken, klik op OK en schakel vervolgens bij Doelschijf selecteren opnieuw het selectievakje voor de schijf in. Deze schijf is nu niet meer zichtbaar in Windows Verkenner. Op die manier wordt voorkomen dat de gegevens op de schijf per ongeluk worden overschreven of dat er back-ups verloren gaan.

    Er verschijnt een bericht met de melding dat de geselecteerde schijf wordt geformatteerd en alle bestaande gegevens worden verwijderd. Klik op Ja. Klik niet op Ja als de schijf gegevens bevat die u nodig hebt. Als u een andere schijf wilt gebruiken, klikt u op Nee en selecteert u een andere schijf onder Beschikbare schijven.

    Belangrijk

    Het is raadzaam de labelgegevens ergens te noteren en deze vervolgens ook te noteren op elke externe schijf waarop u back-ups opslaat. Als u gegevens wilt herstellen aan de hand van de back-up die op de schijf is opgeslagen, hebt u deze informatie nodig om de schijf te identificeren.

  8. Controleer de gegevens op de pagina Bevestigen en klik op Voltooien. Als u een aparte schijf gebruikt voor de opslag van de back-ups, wordt deze geformatteerd. Dat kan enige minuten duren, afhankelijk van de grootte van de schijf.

  9. Klik op de pagina Samenvatting op Sluiten.

  10. Aanvullende overwegingen

    • Als u een geplande back-up wilt configureren, moet u lid zijn van de groep Administrators of Back-upoperators, of moet de juiste bevoegdheid aan u zijn gedelegeerd.

    • U kunt deze taak ook extern uitvoeren voor een andere server met de optie Verbinding maken met een andere computer in de MMC-module Windows Server Backup (Microsoft Management). Zorg ervoor dat u lid bent van de groep Administrators of Back-upoperators op de externe server. Als u Back-upoperator bent, moet u ervoor zorgen dat de DCOM-beveiligingsinstellingen (Distributed Component Object Model) op de externe computer zo zijn ingesteld dat Back-upoperators verbinding met deze computer mogen maken.

      U kunt deze functie alleen gebruiken als op de lokale en de externe server dezelfde versie van Windows wordt uitgevoerd: hetzij Windows Server 2008, hetzij Windows Server 2008 R2. U kunt deze functie ook niet gebruiken om een computer te beheren waarop een willekeurige versie van het Windows-clientbesturingssysteem wordt uitgevoerd.

    • U kunt meerdere schijven gebruiken om de gegevens op te slaan en de schijven afwisselend bewaren op interne en externe opslaglocaties. Zie Een back-upschema voor meerdere schijven configureren voor instructies.

    • Wanneer u een back-upschema hebt gemaakt, moet u de instellingen van tijd tot tijd controleren om te zien of uw hardwareconfiguratie niet is gewijzigd en of u nog steeds back-ups maakt van alle opgegeven items. Zie Een automatisch back-upschema wijzigen of stoppen voor instructies.

    Aanvullende naslaginformatie