U kunt meerdere schijven gebruiken om back-ups op te slaan en de schijven afwisselend bewaren op interne en externe opslaglocaties. Zo bent u beter voorbereid in een noodgeval, omdat u uw gegevens kunt herstellen als de hardware in het bedrijf fysiek beschadigd raakt.

Het is raadzaam de schijven afwisselend op interne en externe locaties te bewaren. Dat biedt de beste bescherming. Hiervoor brengt u de meest recente back-up naar de externe locatie en haalt u daar de oudste back-up op. Bij terugkeer op de interne locatie plaatst u de schijf die u op de externe locatie hebt opgehaald.

Een back-upschema voor meerdere schijven configureren
  1. Klik op Start, klik op Systeembeheer en klik vervolgens op Windows Server Backup.

  2. Klik in het deelvenster Acties op de standaardpagina van de module onder Windows Server Backup op Back-upschema. Hierdoor wordt de wizard Back-upschema geopend.

  3. Klik op de pagina Introductie op Volgende.

  4. Voer op de pagina Back-upconfiguratie selecteren een van de volgende bewerkingen uit en klik op Volgende:

    • Klik op Volledige server (aanbevolen) om een back-up te maken van alle volumes op de server.

    • Klik op Aangepast als u alleen van bepaalde items een back-up wilt maken en klik vervolgens op Volgende.

      1. Klik op de pagina Items selecteren voor back-up op Items toevoegen. Schakel bij Items selecteren de selectievakjes in voor de items waarvan u een back-up wilt maken. Als u alleen van bepaalde mappen of bestanden op een schijf of volume een back-up wilt maken, vouwt u de mapstructuur uit en selecteert u de items die u wilt opnemen. Klik op OK.

      2. Klik op de pagina Items selecteren voor back-up op Geavanceerde instellingen, klik op de tab Uitsluitingen, klik op Uitsluitingen toevoegen, vouw de mapstructuur uit en selecteer vervolgens de items die u wilt uitsluiten.

      3. Selecteer op het tabblad VSS-instellingen de optie Volledige VSS-back-up of VSS-kopieback-up. Klik achtereenvolgens op OK en op Volgende.

  5. Voer op de pagina Back-uptijd opgeven een van de volgende bewerkingen uit en klik op Volgende:

    • Klik op Eén keer per dag en voer de begintijd in waarop de dagelijkse back-up wordt gestart.

    • Klik op Meerdere back-ups per dag. Klik om een begintijd te selecteren onder Beschikbare tijd op de tijd waarop de back-up moet starten en klik vervolgens op Toevoegen om de tijd te verplaatsen naar Geplande tijd. Herhaal dit voor elke begintijd die u wilt toevoegen.

  6. Selecteer op de pagina Type bestemming opgeven de optie Back-up maken op een harde schijf die voor back-ups is gereserveerd (aanbevolen) en klik vervolgens op Volgende.

  7. Selecteer op de pagina Doelschijf selecteren de schijven die u wilt gebruiken voor het opslaan van back-ups en klik vervolgens op Volgende.

    In de lijst worden standaard de meest waarschijnlijke schijf of schijven weergegeven. Dit zijn externe back-upschijven die uit voorzorg op een externe locatie kunnen worden bewaard. Als de lijst leeg is of de gewenste schijven niet worden weergegeven, klikt u op Alle beschikbare schijven weergeven. Schakel in Alle beschikbare schijven weergeven de selectievakjes in bij de schijven die u voor de opslag van back-ups wilt gebruiken, klik op OK en schakel vervolgens bij Doelschijf selecteren opnieuw de selectievakjes voor de schijven in. Deze schijven zijn nu niet meer zichtbaar in Windows Verkenner. Op die manier wordt voorkomen dat de gegevens op de schijven per ongeluk worden overschreven of dat er back-ups verloren gaan.

  8. Er wordt een bericht weergegeven dat elk van de schijven die u hebt geselecteerd kan worden gekozen voor het opslaan van de eerste back-up. Klik op OK.

  9. Het bericht wordt weergegeven dat de geselecteerde schijven worden geformatteerd en alle bestaande gegevens worden verwijderd. Klik op Ja. Klik niet op Ja als de schijven gegevens bevatten die u nodig hebt. Als u andere schijven wilt gebruiken, klikt u op Nee en selecteert u andere schijven onder Beschikbare schijven.

  10. Op de pagina Label opgeven voor doelschijf worden alle schijven weergegeven die u hebt geselecteerd. Elke schijf krijgt een label waarin de computernaam, de huidige datum, de huidige tijd en een naam voor de schijf is opgenomen. Klik op Volgende.

    Belangrijk

    We raden u aan de labelinformatie te noteren en fysiek op elke externe schijf te bevestigen. Als u gegevens wilt herstellen vanuit de back-up die op de schijf is opgeslagen, hebt u deze informatie nodig om de schijf te identificeren.

  11. Controleer de gegevens op de pagina Bevestigen en klik op Voltooien. De wizard formatteert de schijf. Dit kan enkele minuten duren afhankelijk van de grootte van de schijf.

  12. Klik op de pagina Samenvatting op Sluiten.

  13. Aanvullende overwegingen

    • Als u een geplande back-up wilt configureren met Windows Server Backup, moet u lid zijn van de groep Administrators, of moet de benodigde bevoegdheid aan u zijn overgedragen.

    • U kunt deze taak ook extern uitvoeren voor een andere server met de optie Verbinding maken met een andere computer in de MMC-module Windows Server Backup (Microsoft Management). Zorg ervoor dat u lid bent van de groep Administrators of Back-upoperators op de externe server. Als u Back-upoperator bent, moet u ervoor zorgen dat de DCOM-beveiligingsinstellingen (Distributed Component Object Model) op de externe computer zo zijn ingesteld dat Back-upoperators verbinding met deze computer mogen maken.

      U kunt deze functie alleen gebruiken als op de lokale en de externe server dezelfde versie van Windows wordt uitgevoerd: hetzij Windows Server 2008, hetzij Windows Server 2008 R2. U kunt deze functie ook niet gebruiken om een computer te beheren waarop een willekeurige versie van het Windows-clientbesturingssysteem wordt uitgevoerd.

    • Als u een back-up expliciet op een bepaalde schijf wilt opslaan, kunt u alle andere schijven in de back-upreeks loskoppelen of uitschakelen.

    Aanvullende naslaginformatie