In dit gedeelte vindt u de opties en hun functies in het dialoogvenster Netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen (of bewerken) voor Named pipes.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Server-alias |
Geef een unieke naam op voor de Microsoft SQL Server-instance die op clients controleert via de netwerkbibliotheek Named pipes. |
Netwerkbibliotheken |
Geef de netwerkbibliotheek op waarmee verbinding met de server wordt gemaakt. Named pipes is geselecteerd. |
Servernaam |
Geef de servernaam van de doelinstance van SQL Server op. |
Naam van pipe |
Geef de pipe op die door de netwerkbibliotheek Named pipes wordt gebruikt om verbinding te maken met de doelinstance van SQL Server. |
Zie tevens
Referentie
Procedure: Een netwerkbibliotheekconfiguratie toevoegen (Client Network Utility)Procedure: Een alias tussen een client en een alternatieve pipe maken (Client Network Utility)
Procedure: Een netwerkbibliotheekconfiguratie verwijderen (Client Network Utility)
Procedure: Een netwerkbibliotheekconfiguratie bewerken (Client Network Utility)